Nog maar...

dagen

Nog maar...

dagen

Programma eigen sessies

Eigen sessies

Tijdens de sessierondes kun je kiezen uit meer dan 130 bijdragen. Deze bijdragen zijn verdeeld over zes rondes. De best beoordeelde sessies van de eerste drie sessierondes worden in de laatste sessieronde van de dag nogmaals aangeboden.
De sessierondes hebben een duur van 40 minuten waarin één presentatie is ingedeeld.
Toelichting op het onderstaande programmaschema:

Zoek
Gebruik het zoekveld bovenaan om sessies te zoeken op trefwoord, de naam van een spreker of het sessienummer.

Blader
Je kunt door alle sessies bladeren door op een van de dagen te klikken. Wanneer je op een specifieke sessie klikt, wordt de beschrijving weergegeven. Door nogmaals op de sessie te klikken, vouwt de tekst weer in.

Kies
Je kunt interessante sessies selecteren door op de ster in de linkerbovenhoek te klikken. De ster wordt dan geel. De geselecteerde favorieten kun je bekijken door op de knop ‘Toon mijn keuzes’ rechtsboven te klikken. Als je alle sessies opnieuw wil bekijken, klik dan op ‘Toon/verberg alles’. De selectie garandeert geen plek; alle sessies zijn op basis van wie het eerst komt, het eerst maalt. Het schema gebruikt cookies om je geselecteerde sessies te onthouden voor wanneer je op een later moment terugkeert naar de pagina.

Bekijk alle eigen sessies en expertmeetings in het sessieboek:

Expertmeetings

229. Eetproblemen bij jonge kinderen, behandeling door de (kinder)diëtist & preverbaal logopedist
Sessieronde 1, vrijdag 14 november 2025, 11:40 – 12:20 uur, Boston 13
Expertsessies, vrijdag 14 november 2025, 16:50 – 17:30 uur, Boston 13
Deze expertmeeting wordt aangeboden door VNFKD.

211. Voeding als Valbreker: De rol van de diëtist bij valpreventie
Sessieronde 2, vrijdag 14 november 2025, 13:50-14:30 uur, Boston 19
Expertsessies, vrijdag 14 november 2025, 16:50 – 17:30 uur, Boston 19
Deze expertmeeting wordt aangeboden door Nutricia.

243. Functionele buikklachten bij kinderen
Sessieronde 3, vrijdag 14 november 2025, 14:40 – 15:20 uur, Boston 13
Expertsessies, vrijdag 14 november 2025, 16:50 – 17:30 uur, Boston 15
Deze expertmeeting wordt aangeboden door Nestlé.

237. De Diëtist aan Zet: Samen sterker in de zorg voor Diabetes en Sarcopene Obesitas
Expertsessies, vrijdag 14 november 2025, 16:50 – 17:30 uur, Cambridge 30
Sessieronde 6, zaterdag 15 november 2025, 09:50 – 10:30 uur, Boston 13
Deze expertmeeting wordt aangeboden door Abbott.

vrijdag 14 nov 2025

11:4012:20 Sessieronde 1

Sondevoeding beleid maken voor de thuissituatie.

Praktijkvoorbeeldpresentatie94Stephanie van Binsbergen, Noordwest ziekenhuisgroep

Atriumvr 11:40 – 12:20

Deze presentatie is vooral bedoeld voor eerstelijns dietisten maar ook klinische dietisten die weinig patienten laten starten met sondevoeding in de thuissituatie.

Ik neem jullie mee in de afwegingen die je maakt om een goed persoonlijk advies op te stellen. Het is een praktische sessie waarbij je na afloop hopelijk niet meer opziet tegen het opstarten van sondevoeding.

Tevens komt aan bodt welke sondes er zijn en wanneer je ergens voor kiest.

De samenwerking tussen de betrokken zorgverleners wordt ook besproken.

1. Passende zorg
sondevoeding thuis

EXPERTMEETING: Eetproblemen bij jonge kinderen, behandeling door de (kinder)diëtist & preverbaal logopedist

Praktijkvoorbeeldpresentatie229Maaske Treurniet, Volmondig logopedie; Lindsey Douven Langenhof, Voedingswijs kinderdiëtist en eet-coach

Boston 13vr 11:40 – 12:20

Beschrijving van de oorzaak en voorkomen van peuter eetproblemen, vervolgens een praktische kijk op de praktijk en hoe de diëtist deze doelgroep met hun ouders het beste kan begeleiden.

1. Passende zorg
eetontwikkeling, Peutereetproblemen, selectief eetgedrag

“EetWijzer in de zorg – van onderzoek naar implementatie’’

Praktijkvoorbeeldpresentatie194Eva Valgaeren, Ziekenhuis Gelderse Vallei en Alliantie voeding in de Zorg

Boston 15vr 11:40 – 12:20

De Eetscore is een online en gevalideerde vragenlijst die de kwaliteit van voeding meet en een persoonlijk advies met praktische tips genereert om meer te eten volgens de Richtlijnen Goede Voeding (1). De Eetscore maakt zowel voor patient als zorgverlener voedingsgewoonten snel inzichtelijk en biedt een handvat om het onderwerp bespreekbaar te maken (2). Het instrument geeft voedingsadvies op maat en motiveert patiënten om gezonder te gaan eten (2). Deze innovatieve zelfmanagementtool is de afgelopen jaren ingezet in onderzoeken en proefimplementatieprojecten bij diverse patiëntgroepen in de zorgpraktijk en voedingsonderzoek (2).Afgelopen maart is het project Eetwijzer, onderdeel van ZonMW leefstijl in de zorg – implementatie en impact van start gegaan. Hierbij werken Alliantie Voeding in de Zorg, Wageningen Univeristy & Research, Ziekenhuis Gelderse Vallei, Rijnstate Ziekenhuis en Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) samen aan de brede implementatie van de Eetscore in de zorgpraktijk. Met een praktijkvoorbeeld presentatie tijdens de dietistendagen hopen we dietisten: i) te inspireren over de Eetscore tool en de ambities van het Eetwijzer project, ii) delen van inzichten en learnings uit eerdere onderzoeken en iii) het ophalen van behoeften en knelpunten in het bespreekbaar en inzichtelijk maken van gezonde voeding als onderdeel van de behandeling.

4. Digitalisering en Innovatie
Gezonde voeding in de zorg, Innovatie

Proactieve inzet van de 1e lijn diëtist bij borstkanker: Evaluatie van een pilotstudie

Praktijkvoorbeeldpresentatie199Anne Feenstra, Voeding plus Advies

Boston 17vr 11:40 – 12:20

Achtergrond: Gezonde voeding heeft een positieve invloed op het verloop en herstel van kanker en de klachten die daarmee gepaard gaan, maar is doorgaans geen structureel onderdeel in het oncologische zorgpad(2). Bij borstkanker ervaren veel patiënten tijdens hun behandeling ongewenste veranderingen in gewicht en lichaamssamenstelling(1,3). Deze veranderingen verhogen het risico op comorbiditeit, bemoeilijken de behandeling en kunnen de kwaliteit van leven verminderen(1,3).Doel: In dit pilotproject opgezet door diëtistenpraktijk Voeding + Advies is onderzocht wat de meerwaarde is van de proactieve inzet van een eerstelijns diëtist binnen het behandeltraject van borstkankerpatiënten in het OLVG ziekenhuis in Amsterdam.Interventie en methode: Patiënten worden tijdens het spreekuur van de oncologieverpleegkundige gewezen op het belang van gezonde voeding, en bij interesse verwezen naar een eerstelijns diëtist voor persoonlijk advies. De pilot werd geëvalueerd via een mixed-methods benadering.Resultaten (voorlopig): Patiënten voelen zich beter ondersteund, maken bewustere keuzes en rapporteren mogelijk voordelen voor gewicht en spiermassa. Zorgverleners waarderen de samenwerking, maar signaleren knelpunten rond financiering en structurele borging.Discussievragen:Welke rol kan de diëtist zelf spelen in het initiëren en vormgeven van proactieve voedingszorg bij kanker?Welke data zou jij kunnen verzamelen binnen je eigen praktijk om de impact van voedingszorg inzichtelijk te maken?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Borstkanker, Proactieve Voedingszorg, Zorgpad

Optimaliseren voedingsprotocol op een IC naar aanleiding van de update ESPEN Guideline 2023

Praktijkvoorbeeldpresentatie78Loes Smits, VieCuri MC voor Noord Limburg; Roos Albers – van der Wielen, VieCuri Medisch Centrum

Boston 19vr 11:40 – 12:20

Voorbeeld van een voedingsprotocol op de IC van een topklinisch ziekenhuis in Noord-Limburg en hoe dit geoptimaliseerd is afgelopen jaren. De laatste update van de ESPEN guideline: practical and partially revised guideline: Clinical nutrition in the intensive care unit [1] zijn in een refereeravond met de intensivisten vergeleken met de huidige werkwijze. Hierin zijn onder andere opbouwen van voeding, refeeding, calorieën uit medicatie en vitaminesuppletie aan bod gekomen. Het doel van deze bespreking was het bevorderen van Evidenced Based werken op de IC volgens de laatste richtlijnen. Aan de hand van deze bijeenkomst zijn verbeterpunten naar voren gekomen.In de presentatie willen we graag aandacht besteden aan de ESPEN guideline Clinical nutrition in the intensive care unit en de verbeteringen in ons eigen voedingsprotocol. Er zal aandacht zijn voor verbeterpunten die niet haalbaar blijken in de praktijk, maar ook welke mooie stappen we wel hebben gezet.

1. Passende zorg
Intensive Care, Voedingsprotocol

Nou, reken maar, ik hoor het wel

Workshop209Margareth Roelvink, Praktijk voor Dieet- en Voedingsadvisering

Cambridge 23vr 11:40 – 12:20

In deze workshop wordt aan de hand van onderwijspraktijkvoorbeelden uit het MBO-niveau2 getoond waar en welke hiaten er veelal zijn bij mensen in zitten en hoe dit van invloed kan zijn op toe te passen dieetinterventie.

Na de inleiding gaan deelnemers van de workshop zelf aan de slag. UIteraard bespreken we het na, vatten samen en geven aanzetten voor narratieve aspecten van ananmese.

Gericht op praktisch en betrokken handelen. Eigen beleving van clienten en jij als behandelaar staan centraal.

2. Gezond leven en preventie
gezondheidsvaardigheid rekenen, narratieve anamnese

De design challenge!

Workshop86Sonja van Oers, HAN University of Applied sciences; Daniëlle Verschuren, HAN University of Applied sciences

Cambridge 25vr 11:40 – 12:20

In deze compacte en energieke workshop maken diëtisten kennis met de essentie van design thinking aan de hand van een eigen praktijkprobleem. In een snelkookpan-format doorlopen ze in kleine groepjes de belangrijkste stappen van de methode: probleemverkenning, inleven in de doelgroep, ideeën genereren en een eerste concept ontwikkelen.Elke deelnemer brengt een concrete uitdaging mee uit de dagelijkse praktijk, zoals het motiveren van cliënten, uitdagingen met digitalisering, verbeteren van samenwerking met andere zorgprofessionals of het toegankelijker maken van informatie. Na een korte introductie gaan deelnemers actief aan de slag met creatieve werkvormen om hun vraagstuk vanuit een nieuw perspectief te bekijken.Ze worden gestimuleerd om buiten hun vaste denkpatronen te stappen en denken vanuit de behoeften van hun doelgroep. Binnen de beschikbare tijd ontwikkelen ze een eerste schets of prototype van een mogelijke oplossing.Aan het einde delen ze hun ideeën met elkaar voor feedback en inspiratie. Deze workshop laat diëtisten in korte tijd ervaren hoe design thinking hen kan helpen om op een mensgerichte en innovatieve manier naar hun eigen praktijk te kijken.

4. Digitalisering en Innovatie
Challenge, Design Thinking, Innovatie

Parenterale voeding thuis, optimale toepassing en de rol van de diëtist

Workshop74Cora Jonkers, Amsterdam UMC; Natascha van Rijssen, Amsterdam UMC

Cambridge 27vr 11:40 – 12:20

Parenterale voeding (TPV) thuis wordt steeds vaker toegepast bij kinderen en volwassenen. Er zijn 4 expertise centra (Sophia kinderziekenhuis, UMCG, UMCN en AUMC) waar langdurige zorg verleent wordt voor deze patiëntengroep. Echter voor kortdurende TPV thuis zorg is er ook een groeiend zorgaanbod.

Diëtisten worden gevraagd om deze zorg op te pakken maar hebben zij voldoende kennis en kunde? Hoe ga je om met vooral de praktische toepassing van deze zorg. Hoe bewaak je de nier- en leverfunctie, hoeveel vitamines geef je en wat te doen bij electrolytstoornissen. Ook komt kwaliteit van leven aan de orde

In deze interactieve workshop willen we handvaten geven om als diëtist deze zorg optimaal te kunnen verlenen.

1. Passende zorg
expertisecentra tpv thuis, parenterale voeding thuis, type 2 en 3 darmfalen

Eten op Eigen Wijze: Pubers, Morbus Crohn en het Dieet Dilemma

Workshop190Anouska Michelsen, UMC Utrecht, Wilhelmina Kinderziekenhuis; Lieke van der Aa, UMC Utrecht, Wilhelmina Kinderziekenhuis

Cambridge 29vr 11:40 – 12:20

Doel van de workshopTijdens deze workshop willen we vooral interactief met elkaar aan de slag om ervaringen te delen en gezamenlijk oplossingen te vinden voor problemen die we in de praktijk tijdens de behandeling tegen komen.Praktische relevantieEr is al veel onderzoek gedaan naar voeding bij M Crohn. CDED en EEN zijn als onderdeel van de behandeling gangbaar geworden (1,2). Maar wat als het in de praktijk brengen van deze diëten niet (goed) lukt? Wat is je strategie als er na EEN mag worden opgebouwd naar normale voeding? Wat is wel en niet evidence based? En zien we nog kansen voor een immuunbevorderende voeding op lange termijn (3)?Opbouw en aanpak van de workshopInteractieve workshop waarbij we ingaan op EEN en CDED tijdens de inductiefase. Vervolgens zullen we ingaan op de onderhoudsfase en wat we (tot nu toe) weten over het effect van ultrabewerkt voedsel op de darmbarriere en microbiota. Hoe draagt onbewerkte (of minimaal bewerkte) voeding bij aan het behoud van remissie bij M Crohn?

1. Passende zorg
M Crohn, Pubers, Voeding

Opbrengsten promotietraject naar GLIs voor kinderen met overgewicht en obesitas.

Onderzoekspresentatie111Jenneke Saat, HAN University of applied sciences

Cambridge 30vr 11:40 – 12:20

In een gecombineerde leefstijl interventie (GLI) begeleiden professionals kinderen met overgewicht/obesitas en hun ouder(s) naar een meer gezonde leefstijl, om zo de BMI en kwaliteit van leven van deze kinderen te verbeteren [1]. De diëtist is een belangrijke professie in de GLI, gezien haar competenties op het gebied van voeding, beweging en gedragsverandering. Hoewel er al GLIs worden uitgevoerd [2], is er nog weinig inzicht in de organisatie, inhoud en implementatie van GLIs in de praktijk, maar ook omtrent de effectiviteit en werkzame componenten. Ontwikkelingen rondom ketenzorg [3], behandelrichtlijnen [4] en vergoeding [5] zijn daarop invloed.

Onderzoeksvraag

Hoe is een GLI vormgegeven die de BMI en kwaliteit van leven van kinderen met overgewicht en obesitas verbeterd, gelet op de organisatie, inhoud en implementatie?

Onderzoeksmethodiek

In longitudinaal onderzoek zijn vier verschillende GLIs, uitgevoerd in tien verschillende wijken, onderzocht. Met mixed methods zijn gegevens verzameld bij kinderen, ouder(s) en professionals.

Resultaten

Opbrengsten leveren inzicht op ten aanzien van de volgende thema’s: perceptie van ouders op de gewichtsstatus van hun kind, het implementatieproces van de GLI, de samenstelling- en samenwerking van teams van professionals dat een GLI uitvoert, effecten van GLIs en werkzame componenten. Van deze thema’s worden tijdens de sessie resultaten gepresenteerd.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
kinderen, multidisciplinaire samenwerking, overgewicht/obesitas

Vegetarische en veganistische voeding bij jonge kinderen

Workshop228Carlijn van Ophuizen, Jeroen Bosch Ziekenhuis; Charlotte van den Bosch, Jeroen Bosch Ziekenhuis

Cambridge 31vr 11:40 – 12:20

Vegetarische en veganistische voeding bij jonge kinderen: kansen, aandachtspunten en praktijkervaringen

Steeds meer ouders kiezen voor een vegetarische of veganistische voeding voor hun kinderen. Dit vraagt om actuele kennis en praktische handvatten van de diëtist. In deze interactieve workshop duiken we dieper in de voedingskundige aandachtspunten bij een plantaardig voedingspatroon voor jonge kinderen.

Aan de hand van casuïstiek bespreken we reële situaties uit de praktijk: hoe ga je om met mogelijke tekorten, wat zijn geschikte plantaardige alternatieven, en hoe begeleid je ouders bij het maken van volwaardige keuzes? Daarnaast bekijken we beschikbaar voorlichtingsmateriaal en wisselen we ervaringen en adviezen uit in een professionele discussie.

Deze workshop biedt ruimte voor verdieping, reflectie en het delen van expertise – met als doel samen te zorgen voor optimale begeleiding van jonge kinderen binnen een vegetarisch of veganistisch voedingspatroon.

2. Gezond leven en preventie
Jonge kinderen, Vegetarisch en veganistische voeding, Vitaminen en mineralen

De werking van EFT (Emotional Freedom Techniques) op snoepdrang.

Workshop60Yvonne Steenmetz, Diëtistenpraktijk en psychosynthese de diamant

Erasmus 1vr 11:40 – 12:20

Thema van deze workshop is eetdrang/snoepdrang verminderen met behulp van EFT (Emotional Freedom Techniques). Cliënten met overgewicht of eetstoornissen ervaren vaak een onbedwingbare snoepdrang. EFT is een eenvoudig te leren techniek die deze snoepdrang helpt onder controle te krijgen.EFT is ontwikkeld in Amerika door Gary Craig voor PTSS bij oorlogsveteranen. Daarnaast wordt het op velerlei gebieden toegepast, oa bij eetbuien en snoepdrang. Het is vooral practice-based, maar er komen steeds meer wetenschappelijke onderzoeksresultaten. Meer info, ook over onderzoeken vind je via https://www.stichting-eft.nl/over-eftDoel van de workshop is de werking van EFT laten ervaren op twee aspecten van snoepdrang: de fysieke reactie (speeksel, mondgevoel, etc) en het verlangen achter de snoepdrang.Diëtisten kunnen deze techniek eenvoudig leren toepassen in hun praktijk, en daardoor hun cliënten meer tools geven in hun worsteling met snoepdrang.Programma:Toelichten EFT en de werking.Laten ervaren wat EFT doet op jouw zin in chocola.Visualisatie om het verlangen achter chocola te vinden. Uitwisseling van ervaring hiermee.EFT toepassen op dit verlangen, demonstratie.Praktische toepassing in de diëtistenpraktijk.Vragenronde.

1. Passende zorg
eetbuien, eetdrang, snoepbuien

Gezamenlijke aanpak van ondervoeding in de wijk: tools en praktische ervaringen

Praktijkvoorbeeldpresentatie204Elke Naumann, HAN University of Applied Sciences; Judith van Zwienen, Hogeschool Rotterdam; Chantal van Heeswijk, Diëtistencoalitie010

Erasmus 101vr 11:40 – 12:20

Ondervoeding bij thuiswonende ouderen is nog steeds een urgent probleem(1). Vroege signalering en een passende aanpak vragen om nauwe samenwerking tussen ouderen, mantelzorgers, zorgprofessionals en het sociaal domein. Het Kenniscentrum Ondervoeding ontwikkelde diverse hulpmiddelen om dit te ondersteunen, waaronder het Voedingspaspoort(2).Zo hebben wij in Rotterdam en Amsterdam ervaring opgedaan met de implementatie van onder andere het Voedingspaspoort als onderdeel van een domeinoverstijgende werkwijze. De geleerde lessen en praktijkervaringen hiervan zijn recent vastgelegd in een wetenschappelijk artikel dat binnenkort internationaal gepubliceerd wordt(3).Tijdens deze sessie delen wij de achtergronden van meerdere tools van het Kenniscentrum Ondervoeding en inzichten uit de praktijk. We combineren ervaringen uit het veld met bevindingen uit onderzoek, in samenwerking met Diëtistencoalitie010, een netwerk van eerstelijns diëtisten uit Rotterdam. We delen onze ‘lessons learned’ en reflecteren op de resultaten van het onderzoek.In het interactieve deel wisselen we ervaringen uit met de deelnemers en verkennen we samen oplossingen voor knelpunten bij implementatie in de eigen wijk, gemeente of regio. Je gaat naar huis met concrete ideeën en handvatten om ondervoeding beter te signaleren én aan te pakken, in samenwerking met ouderen, mantelzorgers en professionals uit zorg en welzijn.

1. Passende zorg
domeinoverstijgende samenwerking

Voorspelmodel voor sonde plaatsing bij hoofd-halskanker: van praktijk naar onderzoek en vice versa

Onderzoekspresentatie114Annemieke Kok, UMC Utrecht

Erasmus 103vr 11:40 – 12:20

Een groot deel van de mensen met hoofd-halskanker heeft op enig moment tijdens de behandeling met chemoradiotherapie sondevoeding nodig. In het verleden kreeg elke patient een preventieve gastrostomie. Een deel van deze sondes werd niet gebruikt. Dat is zonde want het brengt onnodige risico’s met zich mee voor de patiënt en verhoogt zorgkosten. De richtlijn adviseerde om alleen op indicatie een preventieve gastrostomie te plaatsen. Maar wat die indicaties waren was niet duidelijk en elk hoofd-halscentrum in Nederland hanteert een andere werkwijze.1Met retrospectieve data hebben we dit kennishiaat opgevuld en een voorspelmodel voor preventieve gastrostomie plaatsing ontwikkeld voor mensen met hoofd-halskanker die behandeld worden met chemoradiotherapie.2,3 Het model is intern en extern gevalideerd en wordt al in de praktijk gebruikt. Samen met de ontwikkelde keuzetools ondersteunt het het samen beslissen in de klinische praktijk. We nemen de deelnemers mee in alle stappen van kennishiaat in de praktijk naar onderzoek en vice versa.

1. Passende zorg
kanker, samen beslissen, voorspelmodel

Paediatric Renal Nutrition Taskforce; een succesvol traject mondiale dieetbehandelingsrichtlijnen

Praktijkvoorbeeldpresentatie109José Renken-Terhaerdt, UMC Utrecht/ Wilhelmina Kinderziekenhuis

Erasmus 105vr 11:40 – 12:20

Bij aandoeningen met een lage prevalentie, zoals kinderen met nierschade, is de kennis van en de ervaring met dieetbehandeling bij diëtisten en artsen beperkt. Veel niercentra beschikken niet over een gediplomeerde kinderdiëtist nefrologie. Ook in de artsenopleiding is de aandacht voor voeding beperkt. Bovenstaande speelt mondiaal. Daarom alle reden om in december 2017 de Paediatric Renal Nutritional Taskforce (PRNT) op te richten. De PRNT bestaat uit kinderdiëtisten nefrologie en kindernefrologen uit 9 landen, uit Europa, Noord Amerika en Australië (1).Volgens een gestructureerde methode met PICO vragen, AAP grading en de Delphi survey, ontwikkelt de Taskforce wetenschappelijk onderbouwde dieetbehandelingsrichtlijnen. Er wordt gestreefd naar publicatie in gerenommeerde wetenschappelijk open access tijdschriften (2). Praktische handleidingen voor behandelaars zijn ontwikkeld (in het Engels) en ook voorlichtingsmateriaal voor kinderen en hun ouders in verschillende talen. Minimaal 1x per 5 jaar vindt er een update van de behandelingsrichtlijn en zo nodig het (voorlichtings)materiaal plaats.Vanaf 2019 zijn er 11 richtlijnen gepubliceerd en 3 zijn momenteel in ontwikkeling. Ook loopt er een onderzoeksproject IMPACT trial (IMproving Phosphate Control in children with CKD) (3).De richtlijnen van de PRNT worden verwerkt in de landelijke richtlijn kindernefrologie op de website van Diëtisten Nierziekten Nederland (4).

1. Passende zorg
internationale samenwerking, kindernefrologie, ontwikkeling dieetbehandelingsrichtlijnen

Oefenbordje ‘Rond&Gezond’ voor kritische etertjes

Praktijkvoorbeeldpresentatie73Anita Badart, Voedingspraktijk Rond&Gezond

Erasmus 107vr 11:40 – 12:20

In Nederland heeft 25 tot 40 procent van de jonge kindere problemen met eten (1). Soms gaat dit ten koste van de voedingstoestand en de groei. BIj een onvolwaardig eetpatroon komt vaak als eerste een kinderdiëtist in beeld.

Selectief eetgedrag kan gerelateerd zijn aan een verhoogde gevoeligheid, een voedselallergie, of een verslikincident (2,3). Ouders maken zich zorgen en willen áltijd dat hun kindje voldoende eet. In de praktijk blijkt vooral de warme maaltijd het grootste probleem, waarbij het kindje soms totaal de regie heeft overgenomen en alle structuur ontbreekt.

De taak van een diëtist is om uit te leggen hoe de inname en voedingstoestand van een kindje geoptimaliseerd kan worden, rekening houdend met de problematiek.

Het oefenbordje ‘Rond&Gezond’ is ontwikkeld voor praktische hulp in de thuissituatie. Deze trainingstool heeft diverse functies; het terugbrengen van de regie bij de ouders, het waarborgen van voldoende voedingsstoffen, het ondersteunen van het ‘leren-lusten’, en tot slot het bekrachtigen van het gewenste gedrag (3). Maaltijdcomponenten worden gekoppeld aan (het eetgedrag van) dieren; zo staat een leeuw voor een eiwitbron, en een vlindertje voor het oefenen met de zintuigen (voelen, ruiken, likken). Het ‘beloningspotje’ stimuleert de motivatie en brengt plezier en ontspanning terug aan tafel!

4. Digitalisering en Innovatie
eetproblemen, kinderen, trainingstool

EETkidz

Praktijkvoorbeeldpresentatie102Isabelle Seignette, Noordwest Ziekenhuisgroep; Eefje Winder, Noordwest Ziekenhuis; Olga Benjamin, Noordwest Ziekenhuisgroep

Erasmus 109vr 11:40 – 12:20

Vanwege de eiwittransitie en daarmee samenhangend onze nieuwe menucyclus, hebben we geinventariseerd bij kinderen en hun ouders tijdens opname in ons ziekenhuis, wat de intake is van kinderen en hoe de warme maaltijd gewaardeerd wordt door de kinderen en/ of hun ouders.

Wij, 3 dietisten en een kwaliteitsmedewerker patientbeleving, hebben een plan gemaakt om antwoord te krijgen op deze vragen.

Wij hebben 1 dag de voedingsinname bij laten houden en berekend, voor en na foto’s gemaakt van de warme maaltijden en aansluitend nog een paar vragen gesteld.

Het is informatief maar vooral ook erg leuk traject geweest en wij willen collega’s stimuleren om ook eens zo’n inventarisatie te doen. Dat het veel nuttige informatie oplevert, daarvan zijn wij nu al overtuigd. Graag laten wij zien hoe we dit project hebben aangepakt en wat de resultaten zijn.

1. Passende zorg
eiwittransitie, kinderen, voedingsinname

Artificial intelligence binnen de voedingszorg (diabetes): een praktijkvoorbeeld

Praktijkvoorbeeldpresentatie227Renée Langenhuijsen, Netwerk Diabetes Dietist

Erasmus 11vr 11:40 – 12:20

Reden voor optimaliseren van de zorg: het wordt te druk! (Structurele) onderbezetting (van diabetesverpleegkundigen). We hebben binnen de (diabetes)zorg temaken met snelle technologische ontwikkelingen: de komst van (vergoeding) sensoren, uitlezen op afstand, HCL systemen, monitoren op afstand (digitale zorg) > laagdrempelig worden veel (voor ons) simpele vragen via EPD gesteld of spaart de patiënt alle relatief simpele vragen op voor het eerstvolgende consult waardoor tijdens een consult onvoldoende tijd is voor diepgang. De patiënt heeft 24/7 vragen, een behandelaar is niet 24/7 beschikbaar. Uiteindelijk heeft Radboud Health Innovation Lab dmv een design sprint meegegeken wat nodig is voor het team en om de patientenzorg te blijven beheersen. De uitkomst is een chatbot, die getraind is op vragen omtrent diabetes. Gevoed door richtlijnen, voorlichtingsmaterialen, websites. Getraind door input van innovator/diëtist/patiënt. Getest op polikliniek bij patienten met diabetes, wordt nu (landelijk) doorontwikkeld en samenwerking met o.a. DVN, NDF, Diabetes+

4. Digitalisering en Innovatie
AI, Diabetes

Palliatieve voedingszorg: meer dan eten alleen

Workshop33Herma ten Have, Careyn

Erasmus 3vr 11:40 – 12:20

In deze interactieve workshop verkennen we de vier dimensies van palliatieve voedingszorg: lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel. Voeding is in de laatste levensfase veel meer dan een kwestie van energie en eiwitten; het raakt aan identiteit, relaties en zingeving.Na een korte inleiding verdiepen we ons via praktijkvoorbeelden en casussen in hoe voeding verschillende betekenissen kan hebben voor mensen in de palliatieve fase. Met behulp van oefeningen en discussie onderzoeken we hoe je als diëtist afgestemde zorg kunt bieden: aansluiten bij wensen, waarden en behoeften, ook in de laatste levensfase.Deelnemers krijgen handvatten om in gesprek te gaan over voeding rekening houdend met alle vier de dimensies. Zo versterk je jouw rol binnen de palliatieve zorg en maak je het verschil voor cliënten en hun naasten.

1. Passende zorg
palliatieve zorg, voedingszorg, zingeving

Interprofessioneel leren in de praktijk

Praktijkvoorbeeldpresentatie161Shirley Wehl, UMC Utrecht

Erasmus 5vr 11:40 – 12:20

Aan het einde van de praktijkpresentatie kunnen de deelnemers in eigen woorden uitleggen wat interprofessioneel leren (IPL) inhoudt, én beargumenteren of zij op dit moment interprofessioneel werken, met minimaal één concreet voorbeeld uit hun eigen werkomgeving.De herziene versie van IPL in het UMC Utrecht is opgezet om, in dit geval, studenten farmacie, coassistenten, verpleegkundige en diëtisten inzicht te geven in elkaar rollen en de interdisciplinaire samenwerking te vergroten. Maandelijkse vindt een IPL-dag plaats, waarin studenten leren over de verschillende disciplines, waarom het belangrijk is om samen te werken en hoe je samen behandeldoelen opstelt. Elke IPL-dag heeft een eigen thema, bijvoorbeeld ‘Voeding’ en ‘Medicatie’. De studenten werken samen een casus uit met behulp van de Canmeds methode (1) en geven aan de hand van het The Westerveld Framework (2) feedback aan elkaar.Een eerder versie van IPL is gestopt vanwege te grote tijdinvestering. Het vraagt veel van een organisatie om IPL te organiseren. Een belangrijk dilemma is tijd. Een begeleider besteedt gemiddeld 10 uur per maand aan organisatie en uitvoering van de IPL-dag. Daarnaast is onduidelijk hoeveel van het geleerde studenten daadwerkelijk meenemen naar hun latere werk en hoeveel daarvan beklijft vooral als collega’s daar niet interdisciplinair werken.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Interprofessioneel, reflecteren, samenwerken

Puzzelen met aminozuren in de zorg

Praktijkvoorbeeldpresentatie181Rachel van der Lugt, Ziekenhuis Gelderse Vallei /Alliantie Voeding in de Zorg

Erasmus 7vr 11:40 – 12:20

De “Green Deal Duurzame Zorg 3.0” streeft ernaar om tegen 2030 een verhouding van 60% plantaardige en 40% dierlijke eiwitten te bereiken in de voeding in ziekenhuizen en zorginstellingen voor medewerkers en bezoekers. Daarnaast ook voor patiënten en cliënten, indien dit medisch verantwoord is. Maar wat is ‘medisch verantwoord?’. Waaraan moet een maaltijd met minder/geen dierlijke eiwitten aan voldoen om als volwaardig te kunnen worden gezien? Er zal besproken worden met welke aspecten rekening gehouden kan worden in het verduurzamen van het voedingsaanbod.

2. Gezond leven en preventie
Aminozuren, Duurzaamheid

How 2 HOS Behandeling van high output-stoma, op stap met MDL-arts en dietist

Praktijkvoorbeeldpresentatie99Hester Wierda, Radboudumc

Erasmus 9vr 11:40 – 12:20

Een high output stoma veroorzaakt aanzienlijke vocht- en voedingsverliezen, wat kan leiden tot dehydratie en ondervoeding. In deze presentatie behandelen we de anatomie en functie van het maag-darmkanaal in relatie tot een high output stoma en de bijbehorende vocht en voedingsproblemen.We brengen de problematiek systematisch in kaart en richten ons op de drie essentiële pijlers: vocht, voeding en medicatie. We behandelen de rol orale vochtinname, inclusief richtlijnen over wat wel en niet te drinken om de output te reguleren. Daarnaast bespreken we voedingsmaatregelen die kunnen bijdragen aan een betere opname en een vermindering van de output.Ook de werking van verschillende medicatie komt aan bod. Tot slot gaan we in op de evaluatie van het beleid en hoe aanpassingen in het medische en voedingsbeleid kunnen bijdragen aan een optimale behandeling.Deze presentatie biedt een aanpak waarmee diëtisten samen met behandelend arts effectieve strategieën kunnen toepassen om de impact van een high output stoma te minimaliseren en de kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren.

1. Passende zorg
Anatomie en fysiologie tractus digestivus, High output Stoma, Vocht, voeding en medicatie adviezen

13:5014:30 Sessieronde 2

Coeliakie: update diagnosetraject en glutenbelastingtest

Praktijkvoorbeeldpresentatie42Gaby Herweijer, Voeding plus Advies

Atriumvr 13:50 – 14:30

Recent zijn er twee nieuwe richtlijnen verschenen omtrent coeliakie en het glutenvrije dieet; de richtlijn voor medisch specialisten en de dieetbehandelinsgrichtlijn. In de richtlijn voor medisch specialisten is een grote verandering opgenomen t.o.v. diagnostiek bij volwassenen, waardoor deze in sommige gevallen minder invasief is geworden. Daarnaast is de glutenbelastingtest, die soms nodig is binnen het diagnose traject, beter en gestructureerder beschreven. Er zijn richtlijnen opgesteld over hoeveel en hoelang er gluten moeten worden gegeten en er zijn meer praktische voobeelden hoe dit behaald kan worden met glutenrijke voeding of glutenpoeder (en de verwerkingsmogelijkheden daarvan). Tijdens deze presentie krijg je uitleg over waarom een patiënt niet glutenvrij moet gaan eten voordat coeliakie is uitgesloten/bevestigd, wordt je meegenomen in het diagnosetraject, en leer je hoe en wanneer je een glutenbelastingtest kunt uitvoeren bij een patient. Dit alles zal zowel voor kinderen als voor volwassenen besproken worden.

1. Passende zorg
Coeliakie, glutenbelastingtest, glutenvrij dieet

Malabsorptie door exocriene pancreasinsufficiëntie, welke rol speelt de diëtist?

Praktijkvoorbeeldpresentatie91Michelle Nijssen, Amsterdam UMC; Els de Vries- Verweij, Amsterdam UMC

Boston 13vr 13:50 – 14:30

Exocriene pancreasinsufficiëntie wordt gezien onder andere bij patiënten met pancreascarcinoom in curatieve dan wel palliatieve setting; chronische of acute pancreatitis en cystic fibrosis (1). Ten gevolge van deze ziektebeelden kan een tekort ontstaan aan pancreasenzymen waardoor (ernstige) malabsorptie van vet, eiwit en in-vetoplosbare vitaminen kan ontstaan met mogelijk ondervoeding, osteoporose, sarcopenie en cardiovasculaire aandoeningen tot gevolg. Daarnaast kan de veranderde anatomie na een operatie als een Whipple procedure, maag- of slokdarmresectie, uitgebreide darmresecties leiden tot problemen in de hormonale aansturing van het pancreas.In deze sessie wordt aan de hand van casuïstiek verder ingegaan op de begeleiding van patiënten die behandeld worden voor ampullair carcinoom of status na pancreatoduodenectomie (PPPD/PRPD/Whipple). Het doel van de sessie is het voorlichten over het adequaat gebruik van pancreasenzymsuppletie en het herkennen van (contra)indicaties (2). Dit om malabsorptie van vet, eiwitten en in-vet oplosbare vitaminen te voorkomen en de kwaliteit van leven te verbeteren (3; 4).Gedegen adviezen én multidisciplinaire samenwerking tussen diëtist, arts/ verpleegkundige-specialist ten aanzien adequaat gebruik van pancreasenzymsuppletie kan ondervoeding als gevolg van malabsorptie verkleinen of voorkomen (5). Wanneer pragmatische aanpak niet werkt kan diagnosestelling van malabsorptie door middel van BOM-calorimetrie ingezet worden om persoonsgebonden adviezen te geven.

1. Passende zorg
exocriene pancreasinsufficientie, malabsorptie, pancreasenzymsuppletie

Dat Smaakt Naar Meer: Sleutelfactoren in de samenwerking tussen diëtisten en mondhygiënisten

Onderzoekspresentatie92Mirjam Steenstra, Hogeschool Arnhem Nijmegen; Judith Oost – Van der Wielen, Motiveet

Boston 17vr 13:50 – 14:30

Een slechte mondgezondheid of tandheelkundige problemen zijn geassocieerd met een slechtere voedingsinname, wat kan leiden tot ondervoeding (1) en een verhoogde kans geeft op parodontitis (2). Parodontitis komt vaker voor bij mensen met overgewicht (2). Hoewel diëtisten en mondhygiënisten zich bewust zijn van deze relatie, wordt er nog niet veel samengewerkt (3). Het project Dat Smaakt Naar Meer had als doel het bevorderen van een langdurige samenwerking tussen diëtisten en mondhygiënisten.In dit onderzoek werkten duo’s bestaande uit een diëtist en een mondhygiënist aan verschillende opdrachten om een samenwerking te plannen, uitvoeren evalueren en te borgen. D.m.v. onlinegesprekken werden succesfactoren en barrières voor samenwerken onderzocht.Succesfactoren waren: actief contact houden, een ‘klik’ met elkaar hebben, een visie op samenwerken delen, een realistisch plan en tijdschema maken, dicht bij elkaar werken en een gedeeld communicatiesysteem hebben. Barrières zijn: prioriteit geven aan de eigen discipline, onvoldoende kennis van de vakinhoud en vergoeding van de andere discipline, terughoudendheid van cliënten bij doorverwijzing, geen gezamenlijk overleg hebben.Een diëtist deelt haar ervaringen en bespreekt a.d.h.v. casussen: welke cliënten kun je doorverwijzen, welke vragen kun je stellen over de mond, waar lopen verwijzers tegenaan, wat kan samenwerken opleveren voor de diëtist, cliënt en andere professionals.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Interprofessioneel samenwerken, Mondhygienist, Sleutelfactoren

EXPERTMEETING: Voeding als Valbreker: De rol van de diëtist bij valpreventie

Praktijkvoorbeeldpresentatie211Herma ten Have, Careyn; Chantal van Heeswijk, Diëtistencoalitie010

Boston 19vr 13:50 – 14:30

TOM (Thuis Onbezorgd Mobiel) is een door het RIVM erkend multidisciplinair programma dat zich

richt op het verkleinen van het valrisico bij thuiswonende ouderen. Naast beweging en sociaal

contact, speelt voeding een belangrijke rol voor het behouden van spiermassa en fysiek

functioneren. In deze sessie laten we zien hoe voedingsinterventies binnen TOM – waaronder

persoonlijke consulten en gezamenlijke groepslunches – bijdragen aan verbeterde eiwitinname en

een gezonder voedingspatroon van thuiswonende ouderen.

Bovendien laten we aan de hand van praktijkervaringen zien hoe diëtisten hun zichtbaarheid kunnen

vergroten bij andere zorgprofessionals, en tegelijkertijd hun netwerk en hun rol in de preventieve

ouderenzorg kunnen versterken. Daarnaast reiken we concrete handvatten aan voor implementatie

en borging, inclusief de financiële onderbouwing. De Rotterdamse aanpak en de samenwerking met

de gemeente dienen hierbij als inspirerend voorbeeld.

Tot slot worden de deelnemers geactiveerd om te verkennen hoe zij zelf met TOM aan de slag

kunnen gaan in hun eigen gemeente.

2. Gezond leven en preventie
Valpreventie, Vergroten zichtbaarheid diëtist, Voeding

Mini metingen, maxi informatie: Lichaamssamenstelling bij kinderen in de praktijk.

Workshop149Esmee Kroon, Ziekenhuis gelderse vallei; Evi Van den Berg, Catharina ziekenhuis

Cambridge 23vr 13:50 – 14:30

Vanuit de NutriCAD studie voeren wij verschillende metingen bij kinderen (0-18 jaar) uit. Waarbij we in eerste instantie een drempel ervaarden om dit te doen, maar onze huidige ervaring is juist heel positief. We ervaren dat deze verschillende lichaamssamenstelling metingen een positieve bijdrage hebben aan de begeleiding. (motivatie patient, meer inzichtelijk maken van groei, belang van passend voedingsplan).

– Bespreken van geschikte lichaamssamenstelling metingen + referenties (korte introductie + informatie)

– Oefenen met verschillende metingen: MUAC, Huidplooimeting, BIA

– Interpretatie bespreken, waar moet je op letten

– Als laatste bespreken wat doe je nu al in de praktijk, waarom wel/niet. Wat zijn drempels etc.

1. Passende zorg
kinderen, lichaamssamenstelling

De profilering van de diëtist: hoe kan de diëtist zich als paramedisch leefstijlcoach profileren?

Workshop115Marion Withaar, Www.kdoo.nl; Jolande van Teeffelen, Www.kdoo.nl

Cambridge 25vr 13:50 – 14:30

Het zorglandschap kent steeds meer leefstijlcoaches. De diëtist heeft moeite zich te onderscheiden in het werkveld. In deze workshop sessie willen we met elkaar in gesprek hoe we onszelf als paramedisch leefstijlcoach kunnen positioneren en onze expertise kenbaar maken bij andere hulpverleners zoals huisarts, poh etc. Daarnaast willen we bespreken hoe je die samenwerking het beste vorm geeft.

In deze interactieve sessie gaan we met elkaar vaststellen wat de do’s en don’ts zijn: hoe stel je je op als een berouwbare professional die genoeg ruimte inneemt maar ook soepel samenwerkt met de andere zorgverleners. Hoe gaat de patient hier maximaal van profiteren? En waar zitten de barrières?

Ten slotte willen we kijken of we als dietist voldoende tools en vaardigheden hebben. Wat gaat goed en waar kan nog wel een tandje bij? We hopen op veel inbreng van de deelnemers.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
paramedisch dietist, samenwerken, vaardigheden

Prehabilitatie in de praktijk

Workshop155Mirjam Holverda, Ziekenhuis Gelderse Vallei; Cathrin van Erven, Maxima MC; Monique van Asseldonk, RadboudUMC

Cambridge 27vr 13:50 – 14:30

Prehabilitatie is een multimodaal programma dat zich richt op het verbeteren van de conditie van de patiënt vóór een operatie. Het programma bestaat uit de volgende pijlers:Fysieke fitheidVoedingsstatusMentale weerbaarheidCo-morbiditeit, anemie en kwetsbaarheidIntoxicatiesTijdens deze workshop delen we onze ervaringen met prehabilitatie en gaan we graag met alle aanwezigen in gesprek om van en met elkaar te leren over dit onderwerp. Onderwerpen die daarbij aan bod kunnen komen zijn:Voorbeelden uit andere ziekenhuizenSamenwerking tussen de eerste en tweede lijnIedereen naar de dietist?Nieuwe richtlijn en ontwikkelingenWe kijken ernaar uit om samen met jullie te werken aan het verder vorm geven van prehabilitatie in de zorg.

1. Passende zorg
Prehabilitatie, Samenwerking 1e en 2e lijn

Alternatieve voeding bij ALS – van mythe tot maatwerk.

Workshop202Janine Hoeijmakers, UMCU

Cambridge 29vr 13:50 – 14:30

Thema

Alternatieve voedingsadviezen rond Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS). We ontrafelen diëten en supplementen die patiënten online tegenkomen.Doel

Deelnemers (diëtisten) leren:1. de meest voorkomende alternatieve voedingsclaims bij ALS herkennen;2. empathisch te communiceren over niet-reguliere wensen;3. hulpmiddelen (o.a. verkeerslicht-matrix) kunnen toepassen om baten en risico’s te vergelijken.Praktische relevantie

Bij gebrek aan curatieve therapie zoeken vele ALS-patiënten actief naar hoopvolle voedingstips. Een mismatch tussen hun verwachtingen en het advies van de diëtist kan vertrouwen en therapietrouw ondermijnen.Een mismatch kan voorkomen worden wanneer patiënt én naasten zich vrij voelen om hun huidig voedingspatroon en verwachtingen open te kunnen bespreken. Vervolgens breng je als diëtist de potentiële voordelen én risico’s van alternatieve voedingskeuzes systematisch in kaart en bespreek je deze op een heldere, betrokken manier met de patiënt en diens naasten.Deze risicobenadering helpt diëtisten om alternatieve voedingswensen niet reflexmatig af te wijzen, maar wel bewust en evidence-based te evalueren en samen met de patiënt tot een veilig, haalbaar en zinvol plan te komen.Opbouw en aanpak:

De workshop bestaat uit een interactieve presentatie, casuïstiek en groepsdiscussies. Door middel van praktijkvoorbeelden bieden we concrete handvatten om deze gesprekken op een respectvolle en effectieve manier te voeren.

1. Passende zorg
alternatieve voeding, samenbeslissen

Dieetbehandeling Hyperemesis gravidarum (nieuwste richtlijn + samenwerking)

Praktijkvoorbeeldpresentatie80Marjolein Bense, Ziekenhuis Gelderse Vallei

Cambridge 30vr 13:50 – 14:30

In januari 2025 is de nieuwe richtlijn hyperemesis gravidarum gepubliceerd. Wat zijn de belangrijkste punten die hier uit komen? Met welke adviezen kun je als diëtist aan de slag. Hoe kun je de praktische vertaalslag maken. Daarnaast een praktijkvoorbeeld hoe samenwerking in de eerste en tweede lijn bij deze patientengroep gerealiseerd kan worden.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
hyperemesis gravidarum, samenwerking, zwangerschap

Samenwerken in co-creatie aan maatschappelijke uitdagingen in de diëtetiek?

Workshop198Gera (M.) van den Bergh, Haagse Hogeschool – opleiding Voeding en Diëtetiek

Cambridge 31vr 13:50 – 14:30

ThemaDe Opleiding Voeding & Diëtetiek aan De Haagse Hogeschool staat voor hoogwaardige educatie, praktijkgericht onderzoek en het ontwikkelen van professionals die een blijvende impact hebben op de samenleving. Om deze missie te verwezenlijken, is het essentieel om sterke en duurzame samenwerkingen aan te gaan met externe partijen. Deze samenwerkingen bieden unieke kansen voor zowel de opleiding als haar partners. Samen werken aan innovaties die zowel het onderwijs als het werkveld verbeteren. De zich snel opvolgende ontwikkelingen in deze wereld vragen om een integratie van de praktijk en het onderwijs.Doel: kennis vergroten bij diëtisten over de mogelijkheden om samen te werken met de opleiding VD van Haagse Hogeschool.Praktische relevantie: ontwikkelingen gaan steeds sneller, we moeten blijven innoveren ook in de diëtetiek. Wij als hogeschool bieden graag een helpende hand aan de diëtisten in het werkveld om samen op te trekken.Opbouw en aanpak workshopNa een korte presentatie vanuit de opleiding over onze ambitie volgt een interactieve sessie waarbij voorbeelden van mogelijke samenwerkingen worden getoond en kunnen de deelnemers inspiratie opdoen en aangeven welke behoeften zij hebben.Een mogelijke vorm hiervoor is in co-creatie een visuele samenwerkingskaart maken.Waar liggen kansen?Hoe kunnen we de diëtetiek innoveren?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
co-creatie, innoveren in de diëtetiek

Slimme Zorg met AI – Hoe blijf jij als diëtist toekomstbestendig?

Workshop51Mary Stottelaar, Scriptum communicatie over voeding en gezondheid; Sophie Luderer, Scriptum communicatie over voeding en gezondheid

Erasmus 1vr 13:50 – 14:30

Kunstmatige intelligentie (AI) is in opkomst en vindt steeds vaker zijn weg naar de zorg. Maar wat betekent dat voor jou als diëtist? Wat kun je ermee in de praktijk, en waar moet je kritisch op zijn?In deze sessie duiken we in mogelijkheden én grenzen van AI binnen de diëtetiek. Je krijgt een helder overzicht van wat AI is, welke toepassingen nu al beschikbaar zijn voor diëtisten, en hoe je AI handig en veilig inzet in je werk. Ook delen we inspirerende praktijkvoorbeelden om slimmer te werken met AI. Je hoort hoe collega’s AI al inzetten én leert waar de kansen én valkuilen liggen. We delen de resultaten van een enquête onder diëtisten uit het werkveld: hoe wordt AI momenteel gebruikt, welke kansen zien zij en wat zijn hun zorgen? Denk aan thema’s als privacy, afhankelijkheid van technologie en het belang van professioneel inzicht en oordeel.Deze sessie is bedoeld voor diëtisten die nieuwsgierig zijn naar technologische ontwikkelingen en willen ontdekken hoe AI hen kan ondersteunen – zonder hun vakmanschap te verliezen. Laat je informeren en inspireren, en denk mee over de toekomst van de diëtetiek!

4. Digitalisering en Innovatie
AI

Screeningsinstrumenten voor (risico op) ondervoeding bij patiënten met een diabetische voet

Onderzoekspresentatie130Tessa de Smit, Ziekenhuis Gelderse Vallei / Alliantie Voeding in de Zorg

Erasmus 101vr 13:50 – 14:30

Achtergrond en probleemstelling

Diabetische voetulcera’s (DFU’s) zijn ernstige complicaties van diabetes die gepaard gaan met een verminderde kwaliteit van leven, hoge recidief kans en verhoogde mortaliteit. Ondervoeding komt veel voor bij deze patiënten en kan het genezingsproces negatief beïnvloeden, maar wordt in de klinische praktijk nog vaak over het hoofd gezien. Dit onderzoek heeft als doel om drie screeningsinstrumenten voor (risico op) ondervoeding bij DFU-patiënten met elkaar te vergelijken, met de Global Leadership Initiative on Malnutrition (GLIM)-criteria en de Mini Nutritional Assessment Full Form (MNA-FF) als referentiestandaard.Onderzoeksmethodiek en instrumenten

Het betreft een cross-sectioneel, observationeel onderzoek bij 70 opgenomen DFU-patiënten in Ziekenhuis Gelderse Vallei (ZGV) in Ede. Voor iedere deelnemer worden gegevens verzameld voor de GLIM-criteria, MNA-FF, Short Nutritional Assessment Questionnaire (SNAQ), CONtrolling NUTritional status (CONUT) en Geriatric Nutritional Risk Index (GNRI). Voor elk instrument wordt de sensitiviteit, specificiteit, Positive Predictive Value (PPV) en de Negative Predictive Value (NPV) ten opzichte van GLIM en de MNA-FF berekend.Opbrengsten/resultaten

Uit de eerste analyses blijkt dat er tussen de drie screeningsinstrumenten verschillen te zien zijn. Resultaten worden juni 2025 verwacht.

DiscussievragenWelke screeningsmethode is praktisch toepasbaar in de klinische praktijk?Zijn de resultaten aanleiding om het screeningsbeleid voor DFU-patiënten te wijzigen?

1. Passende zorg
screenen

Zorgpad diëtetiek bij hoofd-hals bestraling in het UMC Utrecht

Praktijkvoorbeeldpresentatie177Chrisje Thone, UMC utrecht

Erasmus 103vr 13:50 – 14:30

In het UMC Utrecht hebben diëtisten onderzocht hoe wij optimaal kunnen bijdragen aan de behandeling van patiënten met hoofd-halskanker. Voorheen werden wekelijkse consulten gepland, dit leek in de praktijk echter niet nodig. Ook was er de wens nutritional assessment metingen te implementeren. Dit onderzoek laat zien dat vroegtijdige en dieetbehandeling op risicomomenten essentieel is om ondervoeding, slikproblemen en verminderde kwaliteit van leven te voorkomen. In het verlengde hiervan zetten we ook in op innovatie en digitalisering: zo hebben we onder andere videomateriaal ontwikkeld om de rol van de diëtist en de ervaringen van patiënten op een toegankelijke manier zichtbaar te maken.Tijdens deze sessie wil ik kort een aantal bevindingen uit dit onderzoek delen, maar vooral de vertaalslag maken naar de praktijk. Wat zijn de specifieke uitdagingen waar deze patiënten mee te maken krijgen? Hoe kunnen wij als diëtisten hier effectief op inspelen?Aan de hand van een casus neem ik jullie mee in het proces: van diagnose tot behandeling en nazorg. Samen met het publiek wil ik deze casus doorlopen en bespreken welke keuzes we maken, waarom, en wat het effect is op de patiënt. Zo maken we zichtbaar hoe waardevol onze rol is binnen het multidisciplinaire team.

1. Passende zorg
Hoofd-hals kanker, Voedingsinzorg

Zelfmonitoring voedingsinname door patiënten in het ziekenhuis

Onderzoekspresentatie201Marianne Nieboer, Fontys Mens en Gezondheid

Erasmus 105vr 13:50 – 14:30

Het risico op ondervoeding en uitdroging bij kwetsbare groepen, zoals ouderen, opgenomen in een ziekenhuis, is groot. Het monitoren (registreren, interpreteren en bijstellen) van voeding en vochtinname is essentieel voor het bevorderen van herstel en het voorkomen van complicaties en heropname in het ziekenhuis. In het project ‘monitoring eten en drinken in het ziekenhuis (RAAK PUB09.045) is onderzocht welke technologische- en proces innovaties kunnen bijdragen aan het verbeteren van de monitoring van de voedings- en vochtinname door zorgzorgprofessionals, patiënten en hun naasten. Subdoelen richtten zich op het versterken van de eigen regie onder patiënten en naasten en (interdisciplinaire) samenwerking bij monitoring.Uit het onderzoek, onder patiënten binnen drie professionele werkplaatsen van Máxima Medisch Centrum (MMC) bleek dat de meeste respondenten zich in staat voelen zelf hun voeding en vochtinname te monitoren. Bijna de helft wil een actieve rol spelen via zelfmonitoring. Respondenten met hogere gezondheidsvaardigheden waren meer geneigd om actief te monitoren. De meerderheid van de respondenten gebruikt eenvoudige digitale functies in het dagelijks leven (Hoornstra, 2025).Uit onderzoek naar opvattingen van de betrokken zorgprofessionals kwam naar voren dat ze zelfmanagement belangrijk vinden. Wel bleek meer aandacht nodig voor kennis en vaardigheden hoe zelfmonitoring te stimuleren of ondersteunen bij patiënten.

1. Passende zorg
(zelf)monitoring, Ziekenhuis

Implementatie van indirecte calorimetrie

Praktijkvoorbeeldpresentatie167Helena Kneppers, Rode Kruis Ziekenhuis; Rianne Viervant, Franciscus

Erasmus 107vr 13:50 – 14:30

De aanbeveling vanuit ESPEN is om de energiebehoefte van patiënten op de Intensive Care (IC) te bepalen door middel van indirecte calorimetrie [1]. Tijdens deze presentatie zal kort worden stilgestaan bij de meerwaarde [2] en werking [3] van deze methode. Omdat de implementatie van een indirecte calorimeter een uitdaging kan zijn willen we de ervaringen van twee topklinische ziekenhuizen delen en ingaan op wat er komt kijken bij het maken van een productdossier. We geven tips en bieden handvaten voor diëtisten die in het implementatieproces zitten of verwachten hier in de toekomst mee bezig te zullen zijn.

1. Passende zorg
Indirecte calorimetrie

Blended diet; iets anders door de sonde

Praktijkvoorbeeldpresentatie63Liesbeth (E.H) de Jongh- Kampherbeek, Werkgroep Blended diet NKD; Carlijn van Ophuizen, Werkgroep Blended diet NKD; Nienke Wierdsma, Kinderdietisten Friesland

Erasmus 109vr 13:50 – 14:30

De werkgroep Blended Diet van het Netwerk Kinderdietisten geeft een update van de stand van zaken rondom het toepassen van Blended diet zowel de home made als commerciele varianten.

Aan de hand van casusitiek word je meegenomen in de ins en outs die spelen bij het toepassen van Blended diet bij kinderen.

Tevens is er een weergave van de resultaten van de enquete die in voorjaar 2025 is gehouden onder zorgverleners .

1. Passende zorg
blended diet, kinderen, sondevoeding

De paramedische richtlijn parkinson met actieve beslisondersteuning

Workshop9Karin Overbeek, ParkinsonNet; Ellen van den Oever, UMCG

Erasmus 3vr 13:50 – 14:30

Inhoud:

Tijdens deze sessie kunnen diëtisten kennismaken met de paramedische richtlijn en leren ze hoe ze de aanbevelingen bij problemen van mensen met parkinson kunnen vinden.Diëtisten leren hoe ze met de patiënt en/of naasten samen kunnen beslissen welk probleem op dat moment een interventie behoeft. En wat deze interventie inhoudt.Diëtisten leren hoe ze eenvoudig verslag kunnen doen aan de verwijzer vanuit de richtlijnLeerdoelen:

Kennis nemen van de richtlijn:Opzet, updateDoelgroep diëtistenInzet van de richtlijn door :DiëtistMensen met parkinson/naastenAndere discipline’s waar diëtist mee samen werkt in de parkinsonzorg

Vorm: Interactief-plenair, subgroepenOphalen met slido bij binnenkomst:Gebruik je de richtlijn alWat is je ervaring met de richtlijnHeb je vragen over de richtlijnKorte plenaire uitleg opzet en doel richtlijn

Werken in subgroep op eigen telefoon / laptop , aan de hand van casus

Plenaire terugkoppeling aan de hand van vragenWat zijn je bevindingen met de richtlijn/wat vind je topGa je de richtlijn gebruiken, en wanneerHeb je tops en tips

Let op: Breng bij deze workshop je eigen laptop mee.

1. Passende zorg
paramedische richtlijn, parkinson, samen beslissen

Ontwerp PARELS routekaart: hoe kan diëtist dure/onnodige zorg voorkomen, vervangen of verplaatsen?

Onderzoekspresentatie26Martine Sealy, Hanze / Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing

Erasmus 5vr 13:50 – 14:30

Achtergrond/probleemstelling

Nederland vergrijst en de druk op de zorg neemt toe. Tegelijkertijd willen we mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis laten wonen. Het voorkomen, vervangen of verplaatsen van onnodige of duurdere zorg is nodig om passende zorg te kunnen blijven bieden1, maar, in de paramedische zorg wordt dit potentieel nog niet optimaal benut2,3. Daarom is de PAREL-S routekaart ontwikkeld met praktische handvatten voor de implementatie van bewezen effectieve paramedische interventies met preventie of substitutie potentieel.Onderzoeksmethoden/instrumenten

De routekaart is ontworpen via ontwerpgericht onderzoek en ondersteunt projectleiders bij duurzame zorginnovaties. Op basis van literatuur en interviews is een concept ontwikkeld in ontwerpsessies, vervolgens aangescherpt met input van een breed panel. Daarna is de routekaart getest in vijf proefregio’s, waaronder twee interprofessionele projecten rond ondervoeding.Opbrengsten/resultaten

Er is een routekaart ontwikkeld met onderscheid in 3 fasen in het implementatieproces: Kansrijkheid bepalen, Implementatie kleinschalig, Opschaling. Voor elke fase bevat de routekaart concrete adviezen en tools op het gebied van doelgroep, motivatie & draagvlak, samenwerkingsverband, kwaliteitsaspecten, financiering, infrastructuur van zorg & welzijn en impact om paramedische interventies succesvol te implementeren. De ontworpen en geteste routekaart zal worden gepresenteerd.Discussievragen

Wat vind je van de routekaart?

Heb je ideeën voor toepassing ervan?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
preventie, routekaart, substitutie

Voeding en de huid: van richtlijn tot praktijk – de rol van de diëtist bij huidproblemen

Praktijkvoorbeeldpresentatie101Samantha Jordaans, Kennisinstituut Voeding en Huid

Erasmus 9vr 13:50 – 14:30

Deze presentatie neemt de diëtist mee in de wereld van voeding en huidgezondheid, met een focus op veelvoorkomende huidaandoeningen zoals acne, rosacea en eczeem. Aan de hand van praktijkcasussen bespreken we hoe voeding invloed kan hebben op de huidbarrière, hormonen, darmgezondheid en ontstekingsactiviteit.We koppelen actuele richtlijnen (zoals NVDV en Richtlijnen Goede Voeding) aan recente wetenschappelijke inzichten en laten zien hoe je dit vertaalt naar praktisch voedingsadvies in de spreekkamer. Ook staan we stil bij valkuilen, zoals supplementen zonder onderbouwing of het schrappen van zuivel of gluten.Deelnemers krijgen handvatten om voedingsfactoren te herkennen die een rol kunnen spelen bij huidklachten, leren wanneer doorverwijzen nodig is en hoe ze samen kunnen werken met huidtherapeuten en andere disciplines.Deze presentatie inspireert en onderbouwt waarom juist de diëtist een onmisbare schakel is in de multidisciplinaire zorg voor mensen met huidproblemen.

2. Gezond leven en preventie
Dermatologie, Huid

14:4015:20 Sessieronde 3

EXPERTMEETING: Functionele buikklachten bij kinderen

Praktijkvoorbeeldpresentatie243Marc Benninga, Amsterdam UMC

Boston 13vr 14:40 – 15:20

De presentatie zal de symptomatologie, diagnostiek en behandeling van chronische buikpijn bespreken. Nadruk zal gelegd worden op de invloed van voeding en gedragstherapieën, zoals cognitieve gedragstherapie en hypnotherapie. Ook zal de rol van placebo uitgebreid ter sprake komen.

1. Passende zorg
behandeling, buikpijn

Samen sterker tegen ondervoeding: Inzichten uit verbetertrajecten in eerstelijns ouderennetwerken

Onderzoekspresentatie143Emmelyne Vasse, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Lectoraat Voeding, Dietetiek en Leefstijl

Boston 15vr 14:40 – 15:20

Achtergrond: Het aantal kwetsbare, thuiswonende ouderen met ondervoeding neemt toe (1). Ondanks de expertise van diëtisten bij ondervoeding, blijft structurele samenwerking met generalistische zorgprofessionals vaak uit (2,3). Veranderingen in de houding tegenover samenwerking zijn nodig om dit te verbeteren.Vraag: Hoe verandert de interprofessionele samenwerking tussen diëtisten, huisartsen en wijkverpleegkundigen in eerstelijns ouderennetwerken tijdens een interprofessioneel verbetertraject ondervoeding?Onderzoeksmethodiek: Vier eerstelijns netwerken ouderenzorg hebben een verbetertraject van 1 jaar doorlopen rond het onderwerp ondervoeding in het kader van het PARAPLU-project (4). In dit verbetertraject maakten diëtisten, generalistische professionals en andere netwerkleden samen werkafspraken over het signaleren van en de zorg rondom ondervoeding. Interprofessionele samenwerking werd gemeten met een vragenlijst. Het samenwerkingsproces werd onderzocht en geëvalueerd tijdens netwerkbijeenkomsten, interviews en uitgebreide observaties.Resultaten: Gedurende het project verbeterde de samenwerking van paramedici licht ten opzichte van andere netwerkleden. Bewustzijn over ondervoeding bij netwerkleden steeg, dit leidde af en toe tot meer doorverwijzingen naar de diëtist. Het bleef lastig voor de netwerken om de gemaakte afspraken rond ondervoeding breed te verspreiden en implementeren.

Discussievragen:

– Wat is de verantwoordelijkheid van de diëtist om de interprofessionele aanpak van ondervoeding in de eerstelijn te verbeteren?

– Welke stakeholders zijn (nog meer) verantwoordelijk?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Interprofessionele samenwerking, Ondervoeding, Ouderenzorg

Nierproblematiek na Gastric Bypass

Onderzoekspresentatie160Ilse Nijenhuis, Ziekenhuis Groep Twente

Boston 17vr 14:40 – 15:20

De hoeveelheid mensen met obesitas neemt toe, hiermee ook de hoeveelheid maagverkleiningen waaronder de Roux-enY gastric bypass. Deze restrictieve en malabsorptieve operatie leidt tot gezondheidsvoordelen, maar bevat echter ook risico’s waaronder het ontstaan van calciumoxalaatstenen.Middels literatuuronderzoek is er onderzocht waardoor het risico op calciumoxalaatstenen verhoogd is na RYGB en wat de adviezen hierbij zijn.Door malabsorptie worden minder vetzuren opgenomen in de darm, deze vetzuren gaan binden aan vrij calcium wat ervoor zorgt dat er onvoldoende vrij calcium overblijft waaraan oxalaat zich kan binden. Dit zorgt ervoor dat er meer oxalaat in de darm opgenomen wordt en via het bloed naar de nieren gaat. Deze toename van oxalaat kan ervoor zorgen voor o.a. nierstenen of zelf oxalaatnefropatie met nierfalen.Het is van belang dat er zowel pre als postoperatief gemonitord wordt op het ontstaan het hyperoxalurie. Daarnaast zijn er meerder voedingsadviezen die van belang zijn postoperatief om de kans op hyperoxalurie te verminderen.Het is van belang dat er nog verder onderzoek gedaan wordt naar de opnamecapaciteit van vetzuren in de darm na RYGB. Door hierin meer inzicht te krijgen kunnen er mogelijk nog adviezen volgen over het gebruik van bepaalde soorten vetten en eventuele enzymsuppletie.

1. Passende zorg
Calciumoxalaat, Gastric bypass, Nierschade

Leefstijl, voeding en borstkanker

Praktijkvoorbeeldpresentatie11Mariël Keemers, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis

Boston 19vr 14:40 – 15:20

Mensen met kanker willen graag weten wat ze zelf kunnen doen om hun prognose te verbeteren. Hoewel leefstijlinterventies al jarenlang worden besproken in wetenschappelijke literatuur en aantoonbaar tientallen procenten gezondheidswinst kunnen opleveren, dringt deze kennis helaas nauwelijks door tot de klinische praktijk. Ook bij borstkanker blijft het potentieel van leefstijl vaak onderbenut.In deze presentatie legt dr. Mariël Keemers uit hoe voeding, beweging, stress en slaap invloed hebben op het ontstaan, de ontwikkeling en de behandeling van borstkanker. Waarom hebben mensen met overgewicht een verhoogd risico? Wat hebben het bereiden van vlees en vis gemeen met roken? En welke voedingsstoffen veroorzaken celschade en veroudering?Je krijgt inzicht in welke voedingspatronen volgens de wetenschap tot de beste uitkomsten bij borstkanker leiden én welke praktische adviezen je direct kunt toepassen in de begeleiding van je patiënten.De belangrijkste boodschap: het is nooit te laat om te beginnen met positieve leefstijlaanpassingen, zelfs na jaren van ongezonde gewoontes. Zelfs kleine, haalbare veranderingen kunnen een groot verschil maken.Dr. Mariël Keemers is chirurg-oncoloog in het CWZ in Nijmegen en behandelt al ruim 20 jaar kankerpatiënten, voornamelijk met borstkanker, maar ook met melanoom, schildklieraandoeningen en longkanker.

2. Gezond leven en preventie
Borstkanker, Leefstijl bij kanker, Voeding bij kanker

Sta in je kracht en maak impACT – Introductie in supervisie voor diëtisten

Workshop67Bianca Hermans, Compleat Coaching; Sanne Kramp

Cambridge 23vr 14:40 – 15:20

Supervisie biedt een waardevolle combinatie van verdieping in theorie, begeleide intervisie en coaching, wat bijdraagt aan het verbeteren van jouw competenties en vaardigheden. Je leert de vertaalslag naar de praktijk maken en daarnaast draagt het bij aan jezelf als diëtist in je kracht te zetten. Met als gevolg meer impact maken vanuit werkplezier. Middels ervaringsgericht leren ga je samen met collega’s en de supervisor aan de slag met jouw persoonlijke leervragen ten aanzien van jouw werkplek.

Binnen de GGZ is supervisie al jaren gangbaar, binnen de paramedische wereld nog niet. Onterecht, want een diëtist biedt ook coaching en begeleiding. MI, ACT en meer methodes binnen de psychologie en gedragstherapie worden steeds vaker door diëtisten ingezet. Maar hoe vertaal je de theorie, inzichten en tools van deze methodes naar jouw eigen werk? In de praktijk pakt het geregeld anders uit dan tijdens een cursus. Met supervisie ga je juist hiermee aan de slag.

Na een korte uitleg over supervisie én de ervaringen hiermee van diëtisten die supervisie hebben gehad, nemen we je tijdens deze sessie mee in een mini supervisie-sessie waarin er ruimte is voor jouw persoonlijke leervragen binnen jouw werksetting. Zo kan jij ervaren wat de meerwaarde is van supervisie.

1. Passende zorg
kwaliteit en werkplezier, persoonlijke en professionele ontwikkeling, supervisie

Stap voor stap naar een veilig ontslag met TPV – van ziekenhuis naar thuis

Workshop81Monique van Asseldonk, RadboudUMC; Hester Wierda, Radboudumc

Cambridge 25vr 14:40 – 15:20

In deze interactieve workshop nemen we je mee in het complete proces van een ontslagtraject met tpv: van het stellen van de juiste indicatie, het vertalen van de voedingsbehoefte naar een passend voorschrift, tot de organisatie van TPV thuis.

Samen verkennen we hoe jij de kwaliteit van leven van de patiënt centraal stelt, zonder de veiligheid en medische complexiteit uit het oog te verliezen. Praktische handvatten en volop ruimte voor uitwisseling.

Waarom je deze workshop niet wilt missen:

  • Vergroot je kennis over TPV-indicaties en voorschriften voor kliniek én thuis
  • Leer waar je op moet letten bij ontslagplanning met TPV
  • Ontdek hoe jij het verschil kunt maken in passende zorg buiten de ziekenhuismuren

Voor wie?
Diëtisten in de tweede lijn die hun kennis over TPV willen verdiepen en willen bijdragen aan een veilige overgang van ziekenhuis naar thuis.

1. Passende zorg
organisatie ontslag met tpv, tpv thuis, voorschrift tpv

Van beperking naar keuze: help cliënten met voedingsintoleranties verder met enzymtherapie!

Workshop217Iris Wierda, Intoleran – digestive experts; Iris den Biesen, Intoleran

Cambridge 27vr 14:40 – 15:20

Thema

Spijsverteringsenzymen in de praktijk: praktische handvatten voor diëtisten om cliënten met voedings­intoleranties hun dieet­vrijheid en volwaardige voeding terug te geven.Doel

Na deze workshop kunnen diëtisten direct in hun spreekkamer:- inschatten of en wanneer enzymtherapie zinvol is (tijdens, na of los van het FODMAP-traject);

– het juiste enzympreparaat kiezen op basis van klachten en voeding;

– een persoonlijk dosis- en innameplan opstellen, inclusief adviezen voor ‘lastige’ momenten zoals etentjes of vakanties;

– cliënten motiveren, monitoren en opvolgen, zodat zij klachtenvrij blijven én een volwaardig dieet behouden.Praktische relevantie

Langdurige dieetrestricties kunnen leiden tot sociale isolatie, stress en tekorten aan vezels en micronutriënten [1]. Gericht gebruik van spijsverteringsenzymen zoals α-galactosidase en lactase bij voedingsintoleranties vermindert (darm)klachten en vergroot de variatie van voedingsmiddelen in het dieet [2–4], wat zowel de therapietrouw als de kwaliteit van leven bevordert [5].Opbouw & aanpak (40 min)1. Introductie (5 min)

2. Bespreking van twee praktijk­casussen (gericht op het advies bij lactose-intolerantie en meerdere FODMAP-intoleranties) (5 min)

3. Opdracht: advies bij casussen met zowel dieetadvies als de mogelijkheid om enzympreparaten in te zetten (20 min)

4. Plenaire terugkoppeling, praktijk­tips en mogelijkheid tot Q&A (10 min)

2. Gezond leven en preventie
FODMAP, Spijsverteringsenzymen, Voedingsintolerantie

De positie van de diëtist in de voedingszorg: herziening Zorgmodule Voeding

Workshop136Inge van den Hoek, Nederlandse Vereniging van Dietisten

Cambridge 29vr 14:40 – 15:20

Gezonde voeding is hot! Steeds meer mensen zien dat goede voeding belangrijk is voor een gezond lijf en een gezonde geest. Ook in de zorg is er volop aandacht voor de rol van voeding bij genezing, herstel en kwaliteit van leven. Tegelijkertijd zien we dat er steeds meer zelfbenoemde voedingsexperts opstaan, met wisselende boodschappen en belangen. Daarom is het belangrijker dan ooit om de diëtist te positioneren als de expert op het gebied van voedingszorg. In 2012 is hiervoor de Zorgmodule Voeding ontwikkeld, die duidelijk maakt welke 4 niveaus van voedingszorg er zijn en wie die zorg mag leveren. De diëtist levert zorg op niveau 3 & 4. Deze Zorgmodule Voeding is aan een update toe. Met vertegenwoordigers uit de praktijk, onderwijs, onderzoek en andere (para)medici herziet de NVD de module. Tijdens deze workshop delen we de inzichten die tot herziening hebben geleid, staan we stil bij het belang van een goed onderscheid tussen de verschillende zorgniveaus en toetsen we bij jullie het nieuwe stroomschema met de verschillende zorgniveaus. Ook denken we samen na over hoe de zorgmodule jou kan helpen in het versterken van je positie. Zo werken we samen aan een stevige positie voor de diëtist!

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Positionering, Zorgmodule

Werkwijze voor het afstemmen van insuline op de koolhydraatinname (koolhydraat insuline ratio)

Onderzoekspresentatie52Renée Langenhuijsen, Netwerk Diabetes Dietist; Mirian Daemen, Netwerk Diabetes Dietist; Mariëlle van Veen, Netwerk Diabetes Dietist; Syska Walgemoet, Netwerk Diabetes Dietist

Cambridge 30vr 14:40 – 15:20

Als gevolg van de technologische ontwikkelingen rondom de behandeling van diabetes mellitus type 1, is het rekenen met koolhydraten en de huidige werkwijze ten aanzien van het bepalen van de KIR(Koolhydraat Insuline Ratio) ter discussie komen te staan. De vraag is of iedereen nog zou moeten rekenen met koolhydraten en of het bepalen van de KIR aan de hand van een diabetes-eetdagboek met gegevens over koolhydraatinname en insulinegebruik, nog de juiste werkwijze is. Daarbij is de vraag ook wat de mogelijkheden zijn voor het werken met regels zoals de 500-, 400-, 350- en 300- regel voor het bepalen van een KIR.

Er is literatuuronderzoek gedaan, waarbij met name is gezocht naar gepubliceerde reviews en meta-analyses en literatuur gebruikt voor de richtlijnen van de EASD en ADA. Waar nodig is uitgegaan van the best practice op basis van consensus van de projectgroepsleden.

Doelgroep: diabetesdiëtisten die werkzaam zijn in een diabetesteam en werken volgens de zorgmodule in zorgprofiel 4.Doel: handvatten bieden voor het bepalen van de KIR bij een basaal/bolus schema, insulinepomp en hybride closed-loop insulinepompsysteem voor volwassen met Diabetes Mellitus type 1, om tot een goede afstemming tussen insuline en koolhydraten te komen.

1. Passende zorg
Afstemmen insulinedosering op koolhydraatinname, Diabetes mellitus type 1, Rekenen met koolhydraten

Maak impact met innovatie en technologie in de praktijk

Workshop174Jacqueline Langius, De Haagse Hogeschool, opleiding Voeding en Diëtetiek, Healthpoint; Miriam van der Werf, De Haagse Hogeschool, opleiding Voeding en Diëtetiek, Healthpoint

Cambridge 31vr 14:40 – 15:20

Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en worden steeds belangrijker in ons vakgebied. Denk hierbij bijvoorbeeld aan innovaties op het gebied van nutritional assessment technologie en e-health. Volgens de “Visie op de diëtist in 2030” van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten moet de diëtist zich ontwikkelen tot een ‘innovator en ontwikkelaar in het vakgebied’ en voorop lopen op het gebied van technologie.1Deze workshop biedt de kans om de mogelijkheden van technologische innovaties voor diëtisten te verkennen. We starten met een korte presentatie over recent onderzoek naar het gebruik van technologie in de huidige diëtistenpraktijk. Daarna volgt een interactief gedeelte waarin je hands-on kennis maakt met diverse technologische tools en toepassingen. Hierbij krijg je de kans om de potentie van deze innovaties voor jouw praktijk te verkennen.De workshop eindigt met een discussie over het eerste prototype van een online platform voor diëtisten, waar kennis en informatie over de nieuwste technologische mogelijkheden in de diëtetiek worden gedeeld.

4. Digitalisering en Innovatie
technologie

Generatiekloof of gouden kans? ‘Samenwerken en communiceren in de praktijk’

Workshop247Suzan Diender, HAN University of Applied Sciences; Suzanne van der Plas, Hogeschool van Amsterdam; Mariëtte van Rijmenam, Hogeschool van Amsterdam; Marianne Goedhart, De Haagse Hogeschool; Michelle Dingemans, De Haagse Hogeschool; Janny Vedder, Hanzehogeschool Groningen; Fraukje Rosier-van Dongen, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Erasmus 1vr 14:40 – 15:20

Ontdek in deze workshop hoe verschillende generaties elkaar beïnvloeden en versterken. We gaan in op de kenmerken van de verschillende generaties en de voordelen die zij met zich meebrengen. Elke generatie kent sterke punten, maar ook uitdagingen. Hoe herken je die en hoe kun je daar in je werkpraktijk effectief op inspelen? hebben we aannames over andere generaties: jongeren die nog kennis moeten bijspijkeren tijdens hun stage, of ervaren collega’s die praktische wijsheid delen. Hoe kun je deze verschillen overbruggen en elkaar juist versterken?Deze workshop biedt inzicht, praktische voorbeelden en handvatten om generaties beter te begrijpen en samenwerking te versterken. We verkennen hoe je met meer begrip en inzicht naar elkaar toe kunt bewegen, zowel in je team als in de begeleiding van stagiaires. Ook kijken we naar de toekomst: als de huidige generatie misschien wel de laatste lees-georiënteerde generatie is, wat betekent dat dan voor jouw beroep en praktijk?Kortom, een interactieve workshop vol herkenning, nieuwe inzichten en praktische handvatten om samen het beste uit alle generaties te halen. Doe mee en ontdek hoe jij generatieverschillen kunt omzetten in samenwerking en groei!

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Generaties

Voeding bij postbariatrische hypoalbuminemie

Praktijkvoorbeeldpresentatie104Petra Steenhof – Vink, Rijnstate; Bettina van Embden, Rijnstate

Erasmus 101vr 14:40 – 15:20

een laag albumine na een bariatische ingreep zien we steeds vaker.

vanuit andere ziekenhuis krijgen we regelmatig vragen over deze doelgroep

daarom willen wij graag onze kennis delen over deze patientengroep

1. Passende zorg
bariatrie, hypoalbuminemie

Dieetgeschiktheidseisen, een langverwachte landelijke norm?

Praktijkvoorbeeldpresentatie108Mirjam Holverda, Ziekenhuis Gelderse Vallei; Charlotte Brokmeier-Koops, Kennisnetwerk Facilitair Diëtisten voor Goede Voeding in de Zorg; Elise Hartkamp, Kennisnetwerk Facilitair Diëtisten voor Goede Voeding in de Zorg

Erasmus 103vr 14:40 – 15:20

Zoveel instellingen, zoveel dieetgeschiktheidseisen (DGE).

Vrijwel elke zorginstelling heeft eigen criteria waaraan een maaltijd(component) moet voldoen, passend bij verschillende doelgroepen en/of diëten. Elke zorginstelling is met hetzelfde bezig en onderling zijn er verschillen. Waar een maaltijd afgenomen wordt van een cateraar heeft deze te maken met de verschillende criteria uit de zorginstellingen en is de cateraar vaak leidend.

Het kennisnetwerk Facilitair Diëtisten voor Goede Voeding in de Zorg heeft, in samenwerking met Goede Zorg Proef je, een plan van aanpak opgesteld om uniforme -en waar mogelijk wetenschappelijk onderbouwde- dieetgeschiktheidseisen op te stellen.

Van het zoutbeperkte dieet, vegetarische en plantaardige voeding zijn de DGE al vastgesteld vanuit het netwerk.

Het energie- en eiwitverrijkt dieet is in ontwikkeling.

Graag nemen we jullie hierin mee en er is ruimte voor discussie, delen van ervaringen en inbreng voor verdere ontwikkelingen.

1. Passende zorg
Dieetgeschiktheidseisen, Plantaardig, Zoutarm

Behandeling van jongeren met Anorexia Nervosa in het ziekenhuis, hoe geef je dit vorm?

Praktijkvoorbeeldpresentatie156Maaike Dijk, Isala Zwolle; Korrie Vrolijk, Isala Zwolle

Erasmus 105vr 14:40 – 15:20

In verschillende ziekenhuizen worden jongeren met Anorexia Nervosa opgenomen op de kinderafdeling. Hiervoor is een beperkt aantal bedden beschikbaar. Jongeren worden daardoor regelmatig uitgeplaatst naar een andere regio. De behandeling verschilt per ziekenhuis. Het is wenselijk dat de betrokken behandelaren op één lijn zitten.Aan de hand van een casus schetsen wij de werkwijze in het Isala ziekenhuis Zwolle (poliklinisch en in de kliniek). We willen graag interactie met collega’s om van elkaar te leren.

1. Passende zorg
jongeren met Anorexia Nervosa

Nutritional Assesment poli voor 1e lijn

Praktijkvoorbeeldpresentatie162Inge van de Sande – de Groot, Bernhoven; Moniek Postma, Bernhoven

Erasmus 107vr 14:40 – 15:20

In 2023 zijn we gestart met een Nutritional Assessmentpoli voor de 1e lijn. Graag nemen we jullie mee in hoe we dit aangepakt hebben.

Van een businessplan met als doel het uitbreiden van de NA poli voor de 2e lijn en de 1e lijn om zo nog meer te investeren in preventie en de juiste zorg op de juiste plaats. Dit past bij het principe van passende zorg en zo laag mogelijke zorgkosten. Daarnaast is het doel de 1e lijn te versterken door 2e lijns expertise aan te bieden.

Tot de praktische uitvoering van de poli.

Toelichting op de praktische uitvoering van de NA poli en bespreken ervaringen van cliënten en eerstelijnsdiëtisten met de NA-poli in Bernhoven en de invloed van deze poli op de dieetbehandeling.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie

Passende zorg van cliënten met obesitas: inzichten uit onderzoek Dietetics building the future

Onderzoekspresentatie191Annemieke van de Riet, Wageningen University & Research

Erasmus 109vr 14:40 – 15:20

Dietetics, building the future is een vierjarig landelijk ZonMw-onderzoeksproject gericht op het verbeteren van de effectiviteit van de dieetbehandeling van mensen met obesitas en co-morbiditeit. Cliënten met overgewicht en obesitas vormen de grootste groep binnen de eerstelijns diëtistenpraktijk. Om hen beter te ondersteunen, is het belangrijk om gepersonaliseerde zorg verder te ontwikkelen voor betere therapietrouw en behandelresultaten. Daarom hebben we in dit project onderzocht: Wat werkt? Voor wie? Waarom? En onder welke omstandigheden?Om deze vragen te beantwoorden zijn observaties uitgevoerd en registraties uit diëtistenpraktijken geanalyseerd. Daarnaast hebben we interviews afgenomen met diëtisten en cliënten en via co-creatie een toolbox ontwikkeld met praktische handvatten voor de behandeling, die in een pilot is geëvalueerd.In deze presentatie delen we de geleerde lessen uit het onderzoek. We geven inzicht in de gemiddelde behandeltijd, variatie in consultinhoud en belangrijke componenten in de dieetbehandeling. Ook laten we zien hoe de toolbox tot stand is gekomen, welke belangrijke handvatten diëtisten en cliënten samen identificeerden en welke ervaringen zijn opgedaan tijdens de pilotfase. Het project biedt inzicht in bouwstenen van persoonsgerichte en passende zorg, toepasbaar bij diverse ziektebeelden. Deze inzichten vormen waardevolle input voor de verdere ontwikkeling en implementatie van passende zorg in de diëtetiek.

1. Passende zorg
Gewichtsverlies, Obesitas, Patiëntgerichte zorg

Optimale voedingszorg bij brandwonden patiënten

Praktijkvoorbeeldpresentatie219Esther Bleker, Martini ziekenhuis

Erasmus 11vr 14:40 – 15:20

Brandwondenzorg is een zeldzaam specialisme wat maar in 3 centra in NL wordt aangeboden. De voedingszorg vereist een specifieke benadering (oa andere formules en toeslagen om energiebehoefte berekenen, uitdagingen bij verbranding van bijv. handen of gelaat).

Graag leg ik uit hoe het werk van een brandwonden diëtist eruit ziet; wat voor gegevens heb je nodig voor het berekenen van de behoefte? Wat zijn praktische dingen waar je tegenaan loopt? Wat voor onderzoeken lopen er/gaan er lopen op korte termijn bij deze patiënten populatie? En wat zijn dingen waar je op moet letten als een brandwonden patiënt na ontslag wordt doorverwezen naar een diëtist in de eerstelijn?

1. Passende zorg
Brandwonden, Voeding

Sondevoeding: materialen, toedieningswegen, controle ligging sonde, complicaties

Workshop118Miranda Lassche, Noordwest Ziekenhuisgroep

Erasmus 3vr 14:40 – 15:20

Voor een succesvolle behandeling met sondevoeding is enige kennis van mogelijke toedieningswegen, materialen en veel voorkomende problemen belangrijk. Door de best passende manier van toedienen te kiezen en complicaties te voorkomen zal een patiënt/cliënt de behandeling beter vol houden en kunnen de behandeldoelen behaald worden.

Als diëtist hoef je geen verpleegkundige te worden, ten slotte wordt een verpleegkundige ook geen diëtist als deze enige kennis heeft over soorten drinkvoeding en sondevoeding.Tijdens deze workshop kunt je verschillende soorten sondes bekijken en krijg je informatie over de manier waarop een sonde ingebracht kan worden, wat de indicaties zijn voor bijvoorbeeld een push-PEG of jenunostomie.

Meer kennis = betere zorg!

1. Passende zorg
sondes, sondevoeding, toedieningsroutes sondevoeding

Diëtist en fysiotherapeut, samen werken en samen scholen op gebied van COPD.

Praktijkvoorbeeldpresentatie100Sigrid Amstelveen-Bökkerink, Radboudumc

Erasmus 5vr 14:40 – 15:20

Binnen de behandeling van patiënten met COPD is het van uiterst belang dat de fysiotherapeut en diëtist elkaar kennen, kunnen vinden en goed kunnen samenwerken. Binnen de longrevalidatie in het Radboudumc stemt het multidisciplinaire team continue de aanpak van de behandeling met elkaar en de patient af. In de vorm van een casus zal een duidelijk praktijkvoorbeeld vanuit de longrevalidatie worden gepresenteerd. De voortzetting van deze multidisciplinaire aanpak van de revalidatie naar de 1ste lijn is vaak best een uitdaging. Hoe vind je elkaar, hoe spreken we dezelfde taal en hoe informeren we elkaar? In dat kader heeft het Radboudumc een innovatieve gezamelijke scholing ontwikkeld, voor zowel fysiotherapeuten als diëtisten.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
innovatieve scholing, interdisciplinaire aanpak COPD, revalidatie

TOP-bord: The athlete’s plateⓇ Optimized for the Planet.

Praktijkvoorbeeldpresentatie246Dirk Verbraak, Vereniging Sportdiëtisten Nederland; Peter Res, Vereniging Sportdiëtisten Nederland

Erasmus 7vr 14:40 – 15:20

Veel diëtisten en sporters vragen zich af hoe een plantaardig(er) voedingspatroon kan

bijdragen aan optimale prestaties én duurzaamheid. Met het nieuwe plantforward

sportersbord introduceren we een visueel en praktisch hulpmiddel dat aansluit bij bestaande

modellen als The Athlete’s Plate® en The Vegan Athlete’s Plate., vertaald naar de

Nederlanse situatie. Het bord ondersteunt sporters en professionals bij het samenstellen van

evenwichtige maaltijden voor verschillende trainingsbelastingen (licht, gemiddeld, zwaar).

De tool is gebaseerd op actuele inzichten in sportvoeding, eiwitkwaliteit en klimaatimpact

van voeding. Zo combineert het prestatiegerichte voedingsrichtlijnen met een eenvoudige

visuele vertaling, zodat het direct bruikbaar is in de praktijk van zowel topsport als

recreatieve sport.

In de sessie demonstreren we de toepassing van het sportersbord bij teams en individuele

atleten. We bespreken dilemma’s als: hoe borg je voldoende eiwit, ijzer en vitamine B12, en

hoe maak je keuzes die zowel prestatiegericht als duurzaam zijn? Deelnemers krijgen

concrete handvatten om het bord in hun eigen praktijk te gebruiken.

2. Gezond leven en preventie
Duurzaamheid, Plantaardig, Sportvoeding

Rustmetabolisme bij dwarslaesierevalidanten in acute- en chronische fase

Onderzoekspresentatie112Kirsten van Vledder, UMCU

Erasmus 9vr 14:40 – 15:20

Achtergrond:In de dwarslaesierevalidatierichtlijn van de Federatie Medisch Specialisten staat de volgende aanbeveling: Besteed met het revalidatieteam aandacht aan de energiebalans van patiënten met een dwarslaesie zowel tijdens de acute fase, de revalidatiefase als in de chronische fase, met het praktische advies om in deze fasen indirecte calorimetrie middels mobiele oxymetrie in te zetten om een specifieke inschatting van de caloriebehoefte te kunnen maken.Onderzoeksmethodiek en instrumenten:Er is een pilot gedaan in 10 revalidanten. Hierbij is met behulp van de Q-NRG een indirecte calorimetriemeting uitgevoerd bij revalidanten afwisselend in de acute- en chronische fase.Opbrengsten/resultaten:In de acute fase werd zowel een verhoogde als verlaagde energiebehoefte gemeten tov de geschatte waarde. In de chronische fase werd aanzienlijk verlaagde energiebehoefte gemeten tov de geschatte waarde. Op basis van deze gegevens en het personaliseren van de dieetbehandeling hierbij, werd er gelijkmatige gewichtsafname behaald.Discussievragen:Zou er bij alle dwarslaesierevalidanten een indirecte calorimetriemeting uitgevoerd moeten worden of alleen wanneer hier indicatie voor is?Hoe vaak zou een meting herhaald moeten worden?

1. Passende zorg
dwarslaesie, onderzoek, rustmetabolisme

16:0016:40 Sessieronde 4 – best beoordeelde sessies van vrijdag

De best beoordeelde sessies uit de eerste drie rondes worden in deze sessieronde geprogrammeerd. De indeling wordt kort voor aanvang bekend gemaakt via het programma in de congres-app.

16:5017:30 Expertsessies

EXPERTMEETING: Eetproblemen bij jonge kinderen, behandeling door de (kinder)diëtist & preverbaal logopedist

Praktijkvoorbeeldpresentatie229 ExpertsessieMaaske Treurniet, Volmondig logopedie; Lindsey Douven Langenhof, Voedingswijs kinderdiëtist en eet-coach

Boston 13vr 16:50 – 17:30

Beschrijving van de oorzaak en voorkomen van peuter eetproblemen, vervolgens een praktische kijk op de praktijk en hoe de diëtist deze doelgroep met hun ouders het beste kan begeleiden.

1. Passende zorg
eetontwikkeling, Peutereetproblemen, selectief eetgedrag

EXPERTMEETING: Functionele buikklachten bij kinderen

Praktijkvoorbeeldpresentatie243 ExpertsessieMarc Benninga, Amsterdam UMC

Boston 15vr 16:50 – 17:30

De presentatie zal de symptomatologie, diagnostiek en behandeling van chronische buikpijn bespreken. Nadruk zal gelegd worden op de invloed van voeding en gedragstherapieën, zoals cognitieve gedragstherapie en hypnotherapie. Ook zal de rol van placebo uitgebreid ter sprake komen.

1. Passende zorg
behandeling, buikpijn

EXPERTMEETING: Voeding als Valbreker: De rol van de diëtist bij valpreventie

Praktijkvoorbeeldpresentatie211 ExpertsessieHerma ten Have, Careyn; Chantal van Heeswijk, Diëtistencoalitie010

Boston 19vr 16:50 – 17:30

TOM (Thuis Onbezorgd Mobiel) is een door het RIVM erkend multidisciplinair programma dat zich

richt op het verkleinen van het valrisico bij thuiswonende ouderen. Naast beweging en sociaal

contact, speelt voeding een belangrijke rol voor het behouden van spiermassa en fysiek

functioneren. In deze sessie laten we zien hoe voedingsinterventies binnen TOM – waaronder

persoonlijke consulten en gezamenlijke groepslunches – bijdragen aan verbeterde eiwitinname en

een gezonder voedingspatroon van thuiswonende ouderen.

Bovendien laten we aan de hand van praktijkervaringen zien hoe diëtisten hun zichtbaarheid kunnen

vergroten bij andere zorgprofessionals, en tegelijkertijd hun netwerk en hun rol in de preventieve

ouderenzorg kunnen versterken. Daarnaast reiken we concrete handvatten aan voor implementatie

en borging, inclusief de financiële onderbouwing. De Rotterdamse aanpak en de samenwerking met

de gemeente dienen hierbij als inspirerend voorbeeld.

Tot slot worden de deelnemers geactiveerd om te verkennen hoe zij zelf met TOM aan de slag

kunnen gaan in hun eigen gemeente.

2. Gezond leven en preventie
Valpreventie, Vergroten zichtbaarheid diëtist, Voeding

EXPERTMEETING: De Diëtist aan Zet: Samen sterker in de zorg voor Diabetes en Sarcopene Obesitas

Praktijkvoorbeeldpresentatie237 ExpertsessieWesley Visser, Erasmus Medisch Centrum, Afdeling Diëtetiek; Maarten Soeters, Amsterdam UMC

Cambridge 30vr 16:50 – 17:30

In deze praktijkgerichte sessie staat de diëtist centraal als volwaardig en onmisbaar lid van het

behandelteam. Aan de hand van een concrete casus met diabetes type 2 en sarcopene obesitas laten

we zien hoe de inzet van nutritional assessment, continue glucosemonitoring (CGM), evidence-based

voedingsstrategieën en gerichte beweging elkaar versterken in een effectieve behandeling. Daarbij

behandelen we veelvoorkomende klinische knelpunten – zoals hyperglykemie, verminderde eetlust

bij GLP-1-gebruik, onvoldoende eiwitinname, inactiviteit en verlies van spiermassa. We koppelen

nutritional assessment uitkomsten aan voedingsinterventies en bespreken we hoe voeding en

beweging bijdragen aan herstel van spiermassa en functie.

Deze sessie onderstreept het belang van interprofessionele samenwerking: alleen in afstemming met

artsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners kan de diëtist zijn of haar kennis maximaal inzetten

voor betere uitkomsten. Door deze integrale benadering krijgt de diëtist niet alleen een stem aan

tafel, maar ook een leidende rol in de realisatie van gezondheidswinst.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
eiwitinname, Interprofessioneel, sarcopene obesitas

zaterdag 15 nov 2025

09:0009:40 Sessieronde 5

Voorop in de eiwittransitie: onze reis naar meer plantaardig in het ziekenhuis

Praktijkvoorbeeldpresentatie93Anneloes van Vemde, Noordwest Ziekenhuisgroep; Isabelle Seignette, Noordwest Ziekenhuisgroep

Atriumza 09:00 – 09:40

Voorop in de eiwittransitie: onze reis naar meer plantaardig in het ziekenhuisAls eerste ziekenhuis in Nederland dat grotendeels is overgestapt op plantaardige eiwitten, delen wij – diëtisten Isabelle Seignette en Anneloes van Vemde – onze ervaringen met de eiwittransitie in de zorg. We nemen jullie mee in de uitdagingen die we tegenkwamen bij het ontwikkelen van volwaardige, smaakvolle maaltijden met voldoende kwalitatieve eiwitten en een verantwoord zoutgehalte. Ook gaan we in op het belang van goede samenwerking met de centrale keuken en geven we een blik op de toekomstige stappen en knelpunten. Een eerlijke en inspirerende kijk achter de schermen van een transitie in volle gang.

1. Passende zorg
eiwittransitie, Passende zorg, samenwerking

Het ontwikkelen van een uniforme voedingsrichtlijn na orgaantransplantatie

Praktijkvoorbeeldpresentatie54Nicole Broekman, UMC Utrecht

Boston 13za 09:00 – 09:40

Het ontwikkelen van een uniforme voedingsrichtlijn na orgaantransplantatieNa een orgaantransplantatie gebruikt de patiënt immunosuppressiva om afstoting tegen te gaan. Hierdoor is de patiënt vatbaarder voor voedselinfecties en worden er voedingsrichtlijnen verstrekt om het risico hierop zo klein mogelijk te maken. De richtlijnen verschillen tussen de transplantatiecentra in NL, en ook zijn ze niet hetzelfde voor de verschillende orgaantransplantaties. Dit leidt tot verwarring bij de patiënten, die onderling bij lotgenotencontact hun leefregels met elkaar vergelijken en dan verschillen opmerken. Dit veroorzaakt veel extra vragen in de spreekkamer van de arts, verpleegkundig specialist en diëtist. Daarom wordt er momenteel hard gewerkt aan het uniform maken van deze richtlijnen.In deze praktijkvoorbeeldpresentatie wil ik laten zien welk proces ik tot dan toe heb doorlopen om daartoe te komen. Ik laat zien welke hobbels en uitdagingen ik onderweg tegenkwam, welke bevindingen er uit de literatuurstudie zijn gekomen en wat op het moment van presenteren de stand van zaken is. (Ik hoop in november weer een paar stappen verder te zijn dan nu, maar dit kan ik niet geheel voorzien.)

2. Gezond leven en preventie
Transplantatie, Voedingsrichtlijnen

Verbetering van kwaliteit van leven door LARS poli

Praktijkvoorbeeldpresentatie150Roos Albers – van der Wielen, VieCuri Medisch Centrum; Lisa van Mierlo, VieCuri Medisch Centrum

Boston 15za 09:00 – 09:40

Low Anterior Resection Syndrome (LARS) is een overkoepelende term voor functionele darmklachten na darmchirurgie. LARS ontstaat bij 60 tot 90% van de patiënten na een endeldarmoperatie waarbij de darmen opnieuw aan elkaar worden bevestigd. De symptomen bij LARS-patiënten zijn divers en verschillen vaak per persoon. Deze symptomen hebben een grote impact op het welzijn van deze patiënten.In VieCuri is een LARS-poli opgezet, bedoeld voor mensen die (langdurig) klachten houden na een operatie aan de endeldarm of dikke darm. Het omvat een multidisciplinaire aanpak in een team met: Colon care verpleegkundigen, GE chirurgen en artsen, diëtisten, bekkenbodem fysiotherapeuten en psychologen.De eerste interne onderzoeken laten een positieve effect zien. Onder andere de kwaliteit van leven volgens de QoL score toonde een gemiddelde verbetering van 66.7 punten voor behandeling naar 83.3 punten na behandeling.In de presentatie zal er aandacht zijn voor de werkwijze van de LARS poli van een topklinisch ziekenhuis in Noord limburg, de bijbehorende dieetadviezen [1] en de eerste resultaten van intern onderzoek.

1. Passende zorg
Darmchirurgie, Functionele darmklachten, LARS

Rust in het Brein: Therapeutische Koolhydraatbeperking bij Migraine”

Praktijkvoorbeeldpresentatie61Lydia Jeuken, Gewichtige zaken Venray

Boston 17za 09:00 – 09:40

In mijn presentatie zal ik, begeleid door theorie over migraine en onderzoeken op dit gebied ingaan op o.a.. oorzaak van migraine, wat maakt Therapeutische koolhydraatbeperking effectief bij migraine, en zal ik het effect laten zien a.d.h.v. casussen uit mijn eigen praktijk bespreken.Wat is het effect van TKB bij migraine, de praktijk. Van een door migraine beïnvloed leven en medicatie afhankelijk naar medicatievrij, koolhydraatbeperkt, migrainearm en waardevoller leven.Migraine is een complexe, neurologische aandoening gekenmerkt door terugkerende, invaliderende hoofdpijnaanvallen, vaak gepaard met autonome en sensorische symptomen. Hoewel de exacte pathofysiologie multifactorieel is, spelen neuronale hyperexcitabiliteit en mitochondriale disfunctie een belangrijke rol. Een therapeutische koolhydraatbeperking, waaronder een ketogeen dieet, kan via ketonlichamen alternatieve energievoorziening bieden, neuro-inflammatie verminderen en neuronale stabiliteit verbeteren. Klinische en preklinische studies suggereren dat ketogene voeding de frequentie en ernst van migraine kan reduceren. Dit opent perspectieven voor de inzet van voedingsinterventies als aanvullende behandeloptie, gericht op het verbeteren van metabole veerkracht bij migrainepatiënten.

1. Passende zorg
Metabole disfunctie, Migraine, Therapeutische koolhydraat beperking

Fit4Surgery + Fit4Chemo

Praktijkvoorbeeldpresentatie22Sanne van Aarssen, St. Antonius Ziekenhuis; Femke Corbière, St. Antonius Ziekenhuis

Boston 19za 09:00 – 09:40

Wil jij meer te weten komen over hoe je prehabilitatie inzet voor je patiënten? Kom dan naar onze inspiratiesessie! Wij nemen je met veel enthousiasme mee in het FIT4SURGERY en FIT4CHEMO project binnen het St. Antonius Ziekenhuis. Fitte patiënten herstellen sneller na een operatie en hebben minder risico op complicaties. Prehabilitatie leidt volgens wetenschappelijke literatuur tot kortere ziekenhuisopnames, een betere levenskwaliteit en een snellere terugkeer naar dagelijkse activiteiten.Maar HOE pas je bewezen wetenschappelijke resultaten nu toe in de praktijk? Het St. Antonius Ziekenhuis breidt prehabilitatie steeds verder uit naar verschillende chirurgische patiëntengroepen en wil dit zelfs implementeren voor chemotherapie-patiënten. Wij verwachten dat door prehabilitatie minder toxiciteit van de kuren kan optreden. Hiervoor is multidisciplinaire samenwerking tussen 1e en 2e lijn van belang. Onze collega’s Femke Corbière en Sanne van Aarssen zullen je meenemen in ons verhaal! Zien we je daar?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
ERAS, Fit4surgery, Prehabilitatie

Maak jouw praktijk toekomstbestendig zonder zelf op te branden.

Workshop137Liesbeth Smit-Verbruggen, Diëtistenpraktijk Prima Voeding

Cambridge 23za 09:00 – 09:40

De zorg veranderd. De vraag naar diëtisten groeit snel, terwijl er steeds minder collega’s beschikbaar zijn en meer aanbod van mensen die zorg nodig hebben.

Goed voor je praktijk, maar ook een risico: overvolle agenda’s, oplopende wachttijden en steeds meer druk op jou als praktijkhouder.

Hoe voorkom je dat je daarin vastloopt? In deze workshop kijk je hoe je jouw praktijk toekomstbestendig maakt zonder jezelf uit te putten.

Je onderzoekt hoe jij de regie houdt, hoe je kunt delegeren en hoe je rust behoudt in een volle week. Je werkt aan jouw rol als leider, werkgever en zorgverlener.

Met praktische oefeningen breng je in kaart waar jouw knelpunten liggen en welke stappen je direct kunt zetten. Denk aan werk-privébalans, taakverdeling en het creëren van een praktijk die nieuwe collega’s aantrekt en vasthoudt.

Deze workshop is bedoeld voor zowel beginnende als ervaren diëtisten met een eigen praktijk. Je gaat naar huis met nieuwe inzichten en concrete actiepunten voor jouw praktijk.

4. Digitalisering en Innovatie
Ondernemen, Toekomst, Werk/privé balans

Inspiratiesessie over de winst van AI in de diëtetiek: laat je bijpraten en ervaar het zelf!

Workshop147Annemarie Both, Opleiding Voeding en Diëtetiek, Hogeschool van Amsterdam; Mi Sun van der Mannen, Nederlandse Vereniging van Diëtisten

Cambridge 25za 09:00 – 09:40

Praktische relevantie: er heerst soms de vrees dat digitalisering de diëtist zal vervangen, maar digitalisering biedt juist kansen om diëtisten bij hun werkzaamheden te ondersteunen en kan tot betere resultaten leiden (Timmer, 2024). AI kan bijvoorbeeld worden ingezet bij het samenvatten van consulten, het opstellen van dieetadviezen en voorlichtingsmaterialen en het bijhouden van de voedingsinname van cliënten (Garcia, 2023). Het is dan wel belangrijk dat diëtisten op een verantwoorde wijze gebruik kunnen maken van AI-systemen (Russell, 2023) en een visie vormen hoe zij AI willen inzetten bij de dieetbehandeling.

Doel van de workshop: informatie geven over het gebruik van AI en zelf aan de slag gaan met AI.

Opbouw en aanpak: in deze inspiratiesessie praten we je bij over welke kansen en mogelijkheden AI biedt in de diëtetiek. Voor een afstudeeropdracht bij de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam zijn diëtisten geïnterviewd waar zij nu al AI voor gebruiken en waar zij mogelijkheden zien. Deze resultaten worden eerst gedeeld. Ook worden een aantal inzichten vanuit andere zorgsectoren gedeeld. Hierna gaan we zelf aan de slag met het genereren van prompts bij casuïstiek en spraakgestuurd rapporteren.

4. Digitalisering en Innovatie
Artificial Intelligence (AI), Digitalisering, Toekomst diëtetiek

Het brede gesprek met het 4D-model-jeugd

Workshop36Talitha Meine Jansen, Careyn

Cambridge 27za 09:00 – 09:40

Het 4 domeinenmodel (1), afgekort 4D is ongeveer 10 jaar geleden ontwikkeld in 1 van de krachtwijken van Utrecht, Overvecht. Hierbij dient het 4D-model als hulpmiddel om Krachtige Basiszorg (2), een aanpak waarbij medisch en sociaal domein integraal samenwerken in complexe situaties bij gezinnen, makkelijker toepasbaar te maken in het dagelijkse werk. Het afgelopen jaar is er gewerkt aan een tool die geschikt is in het gesprek met kinderen en jongeren vanuit het wijkproject Samen begrijpen en beslissen met kinderen (3).

Deze workshop is een minitraining waarbij je kennismaakt met het werken volgens deze visie met het 4D- jeugd als tool. Doordat je in de rol kruipt van een ‘collega’ uit 1 van de domeinen, verbreed je je blik en wordt inzichtelijk welke perspectieven een rol spelen bij een klacht of hulpvraag, welke formele en informele zorg verder ingezet kan worden en hoe je als (kinder-)dietist onderdeel bent van een plan op maat voor kind en gezin.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
brede blik, gespreksvoering

De Longevity Code: Hoe voeding & leefstijl je energie verhogen en veroudering vertragen.

Workshop14Lisette Elskamp, 123voedingsadvies.com

Cambridge 29za 09:00 – 09:40

In deze interactieve workshop verken je de kracht van voeding en leefstijl als sleutels tot het vertragen van veroudering en het bevorderen van vitaliteit – voor jezelf en voor je cliënten. Met mijn uitgebreide praktijkervaring deel ik praktische en bewezen strategieën die direct toepasbaar zijn in je werk.We onderzoeken hoe je met eenvoudige, maar doeltreffende veranderingen in voeding, slaap en stressmanagement de energie van je cliënten kunt optimaliseren en laaggradige ontstekingen kunt aanpakken. Ik geef je concrete handvatten om duurzame gedragsverandering te realiseren en de zelfredzaamheid van je cliënten te bevorderen.De workshop is gebaseerd op realistische, toepasbare kennis die je direct kunt inzetten. Deelnemers gaan actief aan de slag met casussen en oefeningen, waardoor ze niet alleen begrijpen hoe longevity werkt, maar ook hoe ze deze inzichten kunnen vertalen naar hun eigen praktijk.Na deze sessie heb je niet alleen waardevolle kennis opgedaan, maar ook tools die je direct kunt gebruiken om de gezondheid en energie van je cliënten te verbeteren.

Er wordt gebruik gemaakt van leefstijlbeoordelingskaarten voor cliënten (slaap, stress, voeding etc) en een energieverhogend actieplan waarmee diëtisten hun cliënten stap voor stap kunnen begeleiden naar het verhogen van hun energielevels.

2. Gezond leven en preventie
Duurzame gedragsverandering, Energie optimalisatie, Longevity

Brainfood, update dieetstudie ‘No Guts No Glory’ UMCG

Onderzoekspresentatie68Ellen van den Oever, UMCG

Cambridge 30za 09:00 – 09:40

In 2020 zijn we gestart met de dieetstudie ‘No Guts No Glory’. Hierin onderzoeken we wat de invloed is van een ontstekingsremmend voedingspatroon op de hersenen en het microbioom is bij mensen met Parkinson, schizofrenie of bipolaire stoornis. Deze studie wordt uitgevoerd In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onder begeleiding van prof. dr. Iris Sommer. Voor twaalf weken volgen de deelnemers hun gewoonlijke voedingspatroon. Daarnaast volgen de deelnemers ook twaalf weken het Brain Anti-Inflammatory Nutrition (BrAIN) voedingspatroon (Sophie van Zonneveld, 2024). Dit is een vezelrijk voedingspatroon met veel fruit, waaronder blauwe bessen en bosvruchten. Het dieet bevat daarnaast ook veel (groene blad-) groenten, vette vis, volkoren graanproducten, gefermenteerde zuivelproducten, noten, kruiden, geen toegevoegd zout, weinig tot geen rood vlees en alcohol. Dit voedingspatroon is gebaseerd op de dietary inflammatory index (DII) en de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH) van de Gezondheidsraad. De DII is een scoresysteem om voeding te categoriseren op inflammatiegraad. Er wordt ingezet op zoveel mogelijk onbewerkte producten, geen toegevoegde suikers en door de volkoren producten, aardappelen, noten, groente en fruit is het rijk aan vezels.

Inmiddels hebben alle 104 deelnemers het voedingspatroon gevolgd. In de presentatie willen we een update geven van de resultaten tot nu toe.

2. Gezond leven en preventie
Anti-inflammatoir vezelrijk dieet, Hersenziekten, Microbioom en het brein

Lessen uit MONDAY: lichamelijk onderzoek als hulpmiddel voor het beoordelen van de voedingstoestand

Workshop90Martine Sealy, Hanze / Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing

Cambridge 31za 09:00 – 09:40

Thema

Binnen MONDAY, een praktijkgericht onderzoek naar de dieetbehandeling van cliënten met (risico op) ondervoeding in de eerste lijn, is veel ervaring opgedaan met het lichamelijk onderzoek. Het lichamelijk onderzoek neemt doorgaans weinig tijd in beslag en levert interessante inzichten op over de lichaamssamenstelling, als onderdeel van het nutritional assessment. Deze workshop geeft een introductie in het beoordelen van de lichaamssamenstelling (spierstatus, vetmassa en vochtstatus), bij patiënten met (risico op) ondervoeding.

Doel

Laten zien hoe op een snelle, laagdrempelige manier lichamelijk onderzoek kan worden gedaan aan de hand van lessen die zijn geleerd tijdens het MONDAY-project. Daarbij wordt geoefend met de uitvoering van enkele technieken.

Praktische relevantie

Lichamelijk onderzoek optimaliseert de kwaliteit van het diëtistisch handelen.

Diëtistische vaardigheden op het gebied van nutritional assessment worden versterkt.

Opbouw en aanpak

• Korte inleiding: wat is lichamelijk onderzoek, wat is de toegevoegde waarde ervan en welke lessen hebben we geleerd tijdens het MONDAY-project?

• Oefenen: onderdelen van het lichamelijk onderzoek die snel en laagdrempelig kunnen worden toegepast tijdens een diëtistisch consult worden gedemonstreerd en geoefend.

• Evaluatie en afronding: gelegenheid voor het stellen van vragen.

Vanwege het praktijkgerichte karakter kunnen maximaal 16 diëtisten deelnemen aan deze workshop.

1. Passende zorg
Lichamelijk onderzoek, Nutritional assessment, Ondervoeding

Aan de slag met PAREL-S routekaart: voorkomen, vervangen, verplaatsen van duurdere zorg door diëtist

Workshop70Caroelien Schuurman, Haagse Hogeschool, Voeding en Diëtetiek Lectoraat Relationele zorg; Emmelyne Vasse, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Lectoraat Voeding, Dietetiek en Leefstijl

Erasmus 1za 09:00 – 09:40

Thema

Regionaal samenwerken aan de implementatie van diëtistische en interprofessionele paramedische zorg met substitutie- of preventiepotentieel.

Doel

Kennismaken met een digitaal stappenplan (PAREL-S routekaart) die ondersteunt bij het implementeren van effectieve diëtistische en interprofessionele paramedische zorg waarmee duurdere of onnodige zorg wordt voorkomen, vervangen of verplaatst.

Praktische relevantie

De inzet van eerstelijns diëtistische en andere paramedische zorg, kan duurdere zorg in de tweede of derde lijn voorkomen (preventie) of vervangen (substitutie). Daarnaast is het voor de patiënt prettiger om de zorg dicht bij huis te ontvangen. Hoewel voor verschillende diëtistische en multidisciplinaire paramedische interventies wetenschappelijk is aangetoond dat ze effectief zijn, zijn ze in de praktijk niet goed geïmplementeerd. In het PAREL-S project is een routekaart ontwikkeld die paramedici (netwerk)zorgorganisaties en/of beleidsmedewerkers helpt bij het implementeren van dergelijke paramedische interventies.

Opbouw en aanpak van de workshop

In het eerste deel zal het PAREL-S project (https://par-el.nl/parel-s) en de ontwikkeling van de routekaart toegelicht worden. In het tweede deel wordt de routekaart gedeeld met de aanwezigen en gaat men aan de hand van een casus over de inzet interprofessionele zorg bij ondervoeding in de eerstelijn in kleinere groepen aan de slag met de routekaart.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie

Eten=Meten, Nieuwe tool voor voedingsadvies om helder, visueel en meetbaar over te brengen

Praktijkvoorbeeldpresentatie5Helmi de Blank-Duijvestein, Diëtist Haaglanden

Erasmus 103za 09:00 – 09:40

Van idee naar praktijkDIëtisten zijn gestart met vastleggen over welke voedingsstoffen we het meest adviseren, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels en micronutriënten zoals calcium en ijzer. Het resultaat is een presentatiemap met een doordachte dubbele opzet. De map heeft 2 zijden. Aan de ene kant bevindt zich een visueel overzicht met duidelijke illustraties en staafdiagrammen, die de relatie tussen voedingsbronnen en de verschillende macro- en micronutriënten inzichtelijk maken voor de cliënt. Aan de andere kant is er voor de diëtist een puntsgewijze uitleg met gedetailleerde informatie over het betreffende onderwerp, zodat je snel relevante informatie kunt raadplegen tijdens het consult.Wat brengt het voor de cliënt?We merken dat de combinatie van visuele en tekstuele informatie de informatieoverdracht verbetert. Cliënten geven bijvoorbeeld aan dat ze door het visuele beeldmateriaal van de map veel meer inzicht kregen in hun voedingskeuzes.Testen en verbeterenDe map blijkt geschikt voor consulten ook voor huisbezoeken, presentaties en scholingen. Vooral tijdens huisbezoeken, spreekuren en op klinische afdelingen is de map handig, omdat ter plekke productvergelijkingen kunt laten zien.Gezamenlijk procesHet is bijzonder om te zien hoe een gedeelde behoefte in ons team heeft geleid tot de creatie van een hulpmiddel dat nu op verschillende manieren wordt ingezet.

4. Digitalisering en Innovatie
consulten, nutriënten, voorlichtingsmateriaal

LWDO 40 jaar, de werkgroep die samenwerkt

Praktijkvoorbeeldpresentatie231Lisette van Miert, Verbeeten

Erasmus 105za 09:00 – 09:40

De Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO) bestaat 40 jaar. In mei gaven ze al een

feestelijk symposium, maar wat doen ze eigenlijk nog meer en hoe zijn ze ontstaan? In deze sessie leer je meer over de LWDO, het netwerk dat zich al 40 jaar inzet voor het optimaliseren van de voedingszorg voor mensen met kanker. We gaan het hebben over de oprichting van de LWDO en de behoefte waaruit zij is ontstaan, haar organisatie met regionale werkgroepen en subcommissies, de werkwijze, samenwerkingsverbanden en ontwikkelde producten en richtlijnen. Deze interactieve sessie is een inspirerend voorbeeld voor andere opstartende netwerken of samenwerkingsverbanden.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
samenwerking, voeding en kanker

Voedingsinname en dieetkwaliteit bij hemodialysepatiënten: ruimte voor verbetering

Onderzoekspresentatie131Karin Ipema, UMCG

Erasmus 107za 09:00 – 09:40

AchtergrondPatiënten die hemodialyse (HD) ondergaan hebben moeite om dieetadviezen na te leven[1-3]. Deze studie onderzocht de voedingsinname van Nederlandse HD-patiënten in relatie tot ziektespecifieke richtlijnen. Daarnaast werd de algemene voedingskwaliteit beoordeeld en de relatie tussen voedingskalium en serumkalium onderzocht.MethodenIn deze multicenter, cross-sectionele studie vulden 248 volwassen HD-patiënten voedsel-frequentievragenlijsten in[4]. Dieetkwaliteit werd gemeten met de Dutch Healthy Diet 15-index (DHD15-index)[5]. Inname werd vergeleken met ziektespecifieke voedingsaanbevelingen en de Nederlandse Richtlijnen Goede Voeding. De relatie tussen serumkalium en voedingskalium werd geanalyseerd met lineaire regressie.ResultatenBij 45% van de deelnemers was de energie-inname onvoldoende; eiwitinname was bij 50% te laag. Hoewel 67% binnen de aanbevolen energielimiet bleef, had 61% van de deelnemers overgewicht. Verzadigd vet werd door 87% in overmaat geconsumeerd, en slechts 15% haalde de aanbevolen vezelinname. De gemiddelde dieetkwaliteit was laag (score 74 van 150). Er werd geen relatie gevonden tussen voedingskalium en serumkalium (r = 0,163; p = 0,261).DiscussieVeel Nederlandse HD-patiënten voldoen niet aan voedingsrichtlijnen, en de algehele dieetkwaliteit is matig tot laag. Er is geen verband gevonden tussen de kaliuminname via de voeding en het serumkaliumgehalte. Op basis hiervan adviseren wij zorgverleners om noodzaak tot kaliumbeperkingen bij HD-patiënten op individuele basis te beoordelen.

1. Passende zorg
dieetkwaliteit, hemodialyse, voedingsinname

Ondervoedingszorg verbeteren: leren en veranderen in de thuiszorgpraktijk

Onderzoekspresentatie234Jellie Zuidema-Cazemier, Hogeschool Inholland, Domein Gezondheid, Welzijn en Sport

Erasmus 109za 09:00 – 09:40

Thuiszorgteams spelen een belangrijke rol bij preventie en behandeling van ondervoeding bij ouderen. Ons eerder onderzoek naar ondervoedingszorg door thuiszorgteams (Zuidema-Cazemier J. et al., submitted, 2025) bevestigde een gebrek aan bewustzijn, kennis en handelingsperspectief en gaf onder andere de behoefte van zorgteams aan betere samenwerking met diëtisten weer.Ook in verpleegkundeopleidingen ontbreekt kennis over (onder)voeding [1–3].Doel van het onderzoek was te verkennen hoe participatief actieonderzoek (PAO) ondervoedingszorg in de thuiszorgsetting en het onderwijs kan verbeteren.Het PAO werd uitgevoerd in drie Leer- en InnovatieNetwerken (LIN’s) waaraan zeven thuiszorgteams, 38 studenten, vijf docenten en de onderzoeker deelnamen. In halfjaarlijkse cycli leerden en werkten zij samen om ondervoedingszorg te verbeteren. Data zijn deductief geanalyseerd aan de hand van het 7C model [4].Resultaten toonden diverse initiatieven om interprofessionele samenwerking rondom ondervoedingszorg te versterken. Zo werden diëtisten benaderd om expertise en verantwoordelijkheden te delen en werkafspraken te maken. De ‘gelegenheid tot persoonlijk kennismaken’ had een positieve invloed maar ‘onvoldoende tijd voor deelname aan PAO-bijeenkomsten’ belemmerde het interprofessioneel leren en innoveren.PAO is een mogelijkheid om ondervoedingszorg in de thuiszorgsetting te verbeteren, waarbij wordt geleerd door zowel studenten als de beroepspraktijk, mits er voldoende aandacht is voor beïnvloedende factoren.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Interprofessionele samenwerking, Ondervoeding bij ouderen, Voedingsonderwijs

Ketogeen dieet bij epilepsie in het WKZ

Praktijkvoorbeeldpresentatie134Lisa Fokkema, UMC Utrecht; Leonie Akerboom, UMC Utrecht

Erasmus 11za 09:00 – 09:40

In het WKZ worden jaarlijks zo’n 10-15 patiënten met moeilijk behandelbare epilepsie ingesteld op ketogeen dieet. We delen graag met collega diëtisten hoe zo’n behandeling eruit ziet in het WKZ. Hierin zal onder andere aan bod komen wat de indicaties zijn voor ketogeen dieet, welke vormen ketogeen dieet er zijn, hoe de multi disciplinaire behandeling eruit ziet en zullen we een voorbeeldcasus laten zien van blended diet bij ketogeen dieet.

1. Passende zorg
Epilepsie, Ketogeen dieet

Echografie, een nieuwe, niet-invasieve, nutritional assessment methode

Workshop189Jacqueline Langius, De Haagse Hogeschool, opleiding Voeding en Diëtetiek, Healthpoint; Wesley Visser, Erasmus Medisch Centrum, Afdeling Diëtetiek

Erasmus 3za 09:00 – 09:40

Lage spiermassa is een belangrijk diagnostisch criterium voor de diagnose van ondervoeding1 en sarcopenie2. Een nieuwe methode voor het bepalen van lage spiermassa is echografie. Deze methode is niet-invasief, betrouwbaar en relatief goedkoop. Door de introductie van draagbare echografie is deze methode ook goed toepasbaar in de diëtistenpraktijk.In deze workshop kun je kennismaken met de methode. Na een korte introductie over de achtergrond van de methode3 en een demonstratie kun je zelf ervaren hoe echografie werkt. Tevens bediscussiëren we de praktische mogelijkheden van het uitvoeren van echografie in de diëtistenpraktijk.

1. Passende zorg
lichaamssamenstelling, spierdikte

Maaltiviteit, presentatie over een workshop voor zorgmedewerkers over ambiance, rust en eigen regie

Praktijkvoorbeeldpresentatie39Rineke Overbeek, Zorggroep Sint Maarten; Lydia van den Akker, Zorggroep Sint Maarten

Erasmus 5za 09:00 – 09:40

De diëtisten van Zorggroep Sint Maarten hebben in samenwerking met andere disciplines, zoals psycholoog en welzijnsmedewerker, een workshop ‘Maaltiviteit’ ontwikkeld.In de presentatie zullen we ingaan op de aanleiding, ontwikkeling en implementatie van deze workshop ‘Maaltiviteit’. Ook zullen we de uitkomsten van de evaluaties bespreken en de daaruit voortkomende verbeterpunten.De workshop ‘Maaltiviteit’ bestaat uit een lunchbijeenkomst, waarbij zorgmedewerkers vanuit cliëntperspectief ervaren wat prettig en niet prettig is tijdens het eet/drinkmoment; wat zou je zelf willen; wat zie je om je heen gebeuren en wat doet dat met je?We willen dat zorgmedewerkersbelevingsgericht leren; welk effect de aangeboden prikkels en het eigen doen en handelen in de huiskamer hebben op de zelfredzaamheid, rust, sfeer en ambiance tijdens een eet en drinkmoment.Op basis van opgedane ervaringen met elkaar in gesprek gaan. Besproken wordt hoe de eigen regie en het welbevinden van de cliënt op positieve wijze wordt beïnvloed tijdens de maaltijd.afsluiten met concrete verbeterafspraken (wat doe je morgen anders; wat heb je hiervoor nodig?)

1. Passende zorg
Maaltijdambiance, Praktijkvoorbeeld, Verpleeghuiszorg

Van eliminatie naar restauratie: het effect van immuunondersteunende voeding bij atopisch eczeem

Onderzoekspresentatie171Dominiek Wolters, OLVG

Erasmus 7za 09:00 – 09:40

Achtergrond: Atopisch eczeem (AE) is een chronische ontstekingsziekte met aanzienlijke fysieke en mentale impact. De belangstelling voor leefstijlfactoren, waaronder voeding, bij chronische aandoeningen neemt toe. De rol van voeding bij AE is echter nog onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd (1).

Vraagstelling: Kan een immuunondersteunend voedingspatroon, als aanvulling op reguliere zorg, de ernst van AE bij volwassenen verminderen?

Onderzoeksmethoden: In dit verkennende onderzoek volgen 30 volwassenen met matig tot ernstig AE vier maanden lang een immuunondersteunende voedingspatroon onder begeleiding van een gespecialiseerde diëtist. Dit eetpatroon bevat geen ultra-bewerkte ingrediënten, is laag in omega-6 vetzuren en rijk aan plantaardige producten, omega-3 vetzuren, vezels, antioxidanten en gefermenteerde (rauwmelkse) producten (2). De impact op objectieve en subjectieve eczeemernst (EASI en POEM), jeuk, kwaliteit van leven (DLQI), voedingsinname, medicatiegebruik en cytokineproductie in de huid worden geëvalueerd.

Resultaten: De eerste resultaten van tien deelnemers laten een verbetering zien van EASI score (mediaan -2.6;IQR:0.6-7.3), POEM score (mediaan -9;IQR: 3.0-16.5) en DLQI score (mediaan -4.0;IQR: 1.5-7.5) na 4 maanden dieetinterventie. Eén deelnemer liet een toename in EASI- en DLQI-scores zien na 4 maanden.

Discussie: Een immuunondersteunend voedingspatroon heeft mogelijk een gunstig effect op eczeemklachten. Verdere analyse bij de volledige onderzoeksgroep is nodig om deze resultaten te bevestigen.

1. Passende zorg
atopisch eczeem, immuunondersteunende voeding

Haalbaarheid van hoge plantaardige eiwitinname tijdens energierestrictie in 55-plussers: 2EAT

Onderzoekspresentatie178Susanne Wildemast, Hogeschool van Amsterdam

Erasmus 9za 09:00 – 09:40

De Gezondheidsraad adviseert om in 2030 de plantaardige eiwitinname in Nederland te verhogen naar 60% (1). De vraag is of ouderen met obesitas tijdens een energiebeperkt dieet een hoge, plantaardige eiwitinname kunnen realiseren met als einddoel verlies van spiermassa te voorkomen (2,3). De 2EAT-studie onderzoekt daarom de haalbaarheid van een meer plantaardig, eiwitverrijkt en energiebeperkt dieet bij 55-plussers met obesitas. In de 2EAT-pilotstudie kregen tien deelnemers gedurende acht weken voedingsbegeleiding, gericht op >60% plantaardige eiwitten bij energierestrictie. Zowel diëtisten als deelnemers gaven aan dat een hoge plantaardige eiwitinname moeilijk haalbaar was binnen een energiebeperkt dieet. De 24-uurs voedingsrecalls werden als motiverend en inzichtgevend ervaren.

Deze bevindingen zijn verwerkt in de lopende 2EAT-RCT, met als doel 200 inclusies. Tot nu toe hebben 44 deelnemers een 26 weken durende voedingsinterventie gevolgd met energierestrictie en advies voor >60% plantaardige of >60% dierlijke eiwitinname. De inname werd gemeten via 3-daagse voedingsdagboeken en 24-uurs recalls. Voorlopige resultaten (n=33) tonen dat de eiwitinname toenam in de dierlijke groep (van 0,95 naar 1,18 g/kg/d), maar gelijk bleef in de plantaardige groep (van 0,98 naar 0,94 g/kg/d).

Deze eerste resultaten suggereren dat een hoge eiwitinname tijdens de overgang naar een meer plantaardig, energiebeperkt dieet een aanzienlijke uitdaging is.

2. Gezond leven en preventie
Obesitas, Ouderen, Plantaardig

09:5010:30 Sessieronde 6

Protocol voedingsbeleid medische oncologie

Praktijkvoorbeeldpresentatie166Lotte Rosenberg, UMC Utrecht

Atriumza 09:50 – 10:30

Het protocol over het voedingsbeleid op de medische oncologie afdeling is een innovatie met als doel om eenduidige en gestructureerde screening en interventie bij voedingsproblematiek bij de oncologie afdeling. Afgestemd op de fase van de behandeling (tumorgericht dan wel symptoomgericht). Zodat alle betrokkenen op één lijn zitten bij het voedingsbeleid. Dit protocol is relevant in de praktijk om een betere samenwerken te creëren tussen de artsen en de diëtisten over het voedingsbeleid op de afdeling en poliklinisch. Het protocol is een overzicht aan de hand van de ESPEN guideline en het handboek Voeding bij Kanker waarin de afspraken staan wanneer er wel of niet gestart kan worden met sondevoeding of TPV. Tijdens de sessie wordt er besproken hoe de protocol tot stand is gekomen en hoe het wordt gebruikt in de praktijk.

1. Passende zorg
kanker, tumorgerichte behandeling, voedingsbeleid

EXPERTMEETING: De Diëtist aan Zet: Samen sterker in de zorg voor Diabetes en Sarcopene Obesitas

Praktijkvoorbeeldpresentatie237Wesley Visser, Erasmus Medisch Centrum, Afdeling Diëtetiek; Maarten Soeters, Amsterdam UMC

Boston 13za 09:50 – 10:30

In deze praktijkgerichte sessie staat de diëtist centraal als volwaardig en onmisbaar lid van het

behandelteam. Aan de hand van een concrete casus met diabetes type 2 en sarcopene obesitas laten

we zien hoe de inzet van nutritional assessment, continue glucosemonitoring (CGM), evidence-based

voedingsstrategieën en gerichte beweging elkaar versterken in een effectieve behandeling. Daarbij

behandelen we veelvoorkomende klinische knelpunten – zoals hyperglykemie, verminderde eetlust

bij GLP-1-gebruik, onvoldoende eiwitinname, inactiviteit en verlies van spiermassa. We koppelen

nutritional assessment uitkomsten aan voedingsinterventies en bespreken we hoe voeding en

beweging bijdragen aan herstel van spiermassa en functie.

Deze sessie onderstreept het belang van interprofessionele samenwerking: alleen in afstemming met

artsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners kan de diëtist zijn of haar kennis maximaal inzetten

voor betere uitkomsten. Door deze integrale benadering krijgt de diëtist niet alleen een stem aan

tafel, maar ook een leidende rol in de realisatie van gezondheidswinst.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
eiwitinname, Interprofessioneel, sarcopene obesitas

Dieettrouw aan immuunondersteunende voeding bij kinderen met pinda/noot allergie (DIAMETER studie)

Onderzoekspresentatie183Berber Vlieg-Boerstra, OLVG

Boston 15za 09:50 – 10:30

Achtergrond:

Een immuunondersteunende voeding (IOV) (1) kan allergische symptomen verminderen door immunomodulerende effecten. Het dieet bevat geen ultra-bewerkte ingrediënten, is beperkt in omega-6 vetzuren en rijk aan plantaardige producten, omega-3-vetzuren, vezels, antioxidanten en gefermenteerde (rauwmelkse) producten. De IOV wordt gedurende 4 maanden als dieetinterventie toegepast in de gerandomiseerde en gecontroleerde DIAMETER studie bij kinderen met een pinda-/notenallergie.Vraagstelling:

Hoe was de dieettrouw aan IOV in een subpopulatie (n=26; 4-14 jaar) van de interventiegroep?Onderzoeksmethoden:

De interventiegroep kreeg begeleiding van een gespecialiseerde diëtist. Op basis van de IOV criteria werden voedingsmiddelen gecategoriseerd als 1e (aanbevolen), 2e (aanbevolen met mate) of 3e categorie (niet aanbevolen). Alle kinderen vulden op baseline en na 4 maanden een driedaags voedseldagboek in. Een IOV-score werd berekend op basis van het aantal producten uit de 1e en 2e categorie. Criterium voor voldoende dieettrouw (na interventie) was een IOV-score>70%. Verschillen in IQR-scores werden statistisch geanalyseerd.Resultaten:

Interventiegroep (n=14): significante stijging in IOV-score tussen baseline (Mediaan 54,0; IQR 46,5-64,8) en na 4 maanden dieetinterventie (mediaan 74,8; IQR 55,8-86,8). 10/14 kinderen hadden voldoende dieettrouw (IOV-score > 70).

Controlegroep (n=12): De IOV-score bleef gelijk (n.s.).Discussie:

Begeleiding van de diëtist resulteerde in goede dieettrouw en significante stijging in IOV-score.

1. Passende zorg
immuunondersteunende voeding, noten-allergie, pinda-allergie

Casusbespreking ernstige ondervoeding 8 jaar na mini gastric bypass

Praktijkvoorbeeldpresentatie152Eefje Huizer, UMCG; Madelon Klunder, UMCG

Boston 17za 09:50 – 10:30

Een 33-jarige vrouw met in de voorgeschiedenis een mini gastric bypass wordt ernstig ziek opgenomen met een weke delen infectie met een vleesetende bacterie. Na de acute fase komt aan het licht dat mw in de thuissituatie al maanden forse hypoalbuminemie zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak heeft. Hier begint de grote zoektocht naar de oorzaak en behandeling. Hoe kunnen we haar nu goed voeden, en hoe voorkomen we dat dit opnieuw gebeurt bij mevrouw?Als diëtist hebben we allemaal te maken met patiënten na bariatrische chirurgie, 1e lijn, 2e lijn en 3e lijn. Wat kunnen wij leren van deze casus, was de follow up na bariatrische chirurgie op orde? Had mw een zeldzame aandoening die nu aan het licht is gekomen? Of is het gewoon pech geweest?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Bariatrische chirurgie, Ondervoeding, Wondgenezing

Diëtistische zorg bij anorexia nervosa in de eerste lijn: hoe kunnen we onze aanpak versterken?

Onderzoekspresentatie170Margit Meeuwesen, Diëtheek

Boston 19za 09:50 – 10:30

Aanleiding voor dit onderzoek was het toenemende aantal cliënten met anorexia nervosa (AN) in de eerstelijnszorg [1]. Door lange wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg en bij gespecialiseerde diëtisten worden cliënten met AN steeds vaker doorverwezen naar diëtisten in de eerste lijn [2]. Sommige diëtisten ervaren belemmeringen in de begeleiding van deze doelgroep [3]. Het doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen welke voedingsgerelateerde adviezen, inclusief ondersteunende werkwijzen, diëtisten momenteel geven bij AN [4,5], welke belemmeringen zij ervaren en welke adviezen gespecialiseerde diëtisten inzetten. Op basis hiervan is antwoord gegeven op de vraag: Op welke manier kunnen diëtisten hun voedingsgerelateerde adviezen, inclusief ondersteunende werkwijzen, voor cliënten met (vermoedelijk) AN verbeteren?Het onderzoek bestond uit een literatuuronderzoek, een online enquête onder diëtisten en interviews met zes gespecialiseerde diëtisten.De resultaten geven een overzicht van voedingsadviezen (zoals calorische opbouw en eetstructuur), ondersteunende werkwijzen (zoals psycho-educatie), en belemmeringen (zoals gebrek aan scholing en tijd). Aanbevelingen richten zich op een visueel stappenplan, scholing en intervisie.Discussievragen:– Welke rol zie jij voor de eerstelijnsdiëtist in de behandeling van cliënten met AN?– Wat heb jij nodig om deze doelgroep goed te begeleiden?– Hoe kan de samenwerking met huisartsen en GGZ verbeteren?

1. Passende zorg
Anorexia nervosa, Eerste lijn, Eetstoornis

De vernieuwde beroepscode, saaie kost of een nuttige ondersteuning voor ons beroep?

Workshop126Merije Brouwer, NVD; Iris van Vlaardingen, NVD

Cambridge 25za 09:50 – 10:30

Thema van de workshop

Doorleven van de nieuwe beroepscode. Wat staat er in en wat betekent dat voor mij in de praktijk?Doel van de workshopHet doel van deze workshop is het tot leven brengen van de vernieuwde beroepscode. Een beroepscode is pas nuttig als je weet wat erin staat en hoe het je kan helpen. Daarom willen we via deze workshop de beroepscode op een interactieve manier aanbieden, zodat diëtisten het kunnen doorleven.Praktische relevantieDe beroepscode is een hulpmiddel om het professioneel handelen als diëtist te kunnen ondersteunen. De beroepscode geeft praktische tools om beslissingen te kunnen nemen en om rekening te houden met de rechten en de wensen van de cliënt. Pas als de diëtist doordrongen is van de inhoud en de bedoeling van de beroepscode, is het een nuttig hulpmiddel.Opbouw en aanpak van de workshopInleiding – de beroepscode in vogelvlucht en doel uitleggen van de workshop, het is geen review, maar een doorleving, “wat betekent dit voor mij in mijn praktijk?”.

Werksessies – Er zijn 3 werksessies, waarin we in stappen de kernwaarden bespreken en vragen beantwoorden en terugkoppelen.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Beroepscode, Beroepsprofiel, Kernwaarden

Werkgroep blended diet; een combinatie van theorie, praktijk en van elkaar leren

Workshop110Nienke Wierdsma, Kinderdietisten Friesland; Anneke Beukenkamp, Sint Maartenskliniek,revalidatiekliniek

Cambridge 27za 09:50 – 10:30

De Werkgroep Blended diet vervult een voortrekkersrol t.a.v. het inzetten van Blended diet.

De afgelopen jaren zijn meerdere gedegen documenten gegenereerd en wordt de werkgroep herkend als een samenwerkingspartner voor wettenschappelijk onderzoek.

Onze activiteiten zijn onder meer:

– het opstellen van wetenschappelijk onderbouwde gebruiksdocumenten zoals het Standpunt Blended diet en de bijlage Blended diet, onderdeel van het dieetbehandelingsprotocol enterale en parenterale voeding

– schrijven van vakinhoudelijke artikelen

– geven van scholingen

– opstellen van een onafhankelijke ouderbrochuren

– een informatieve korte film om blended diet meer bekendheid te geven

– het organiseren van een intervisiegroep voor dietisten werkzaam in diverse werkvelden waaronder 1e lijn, 2e lijn, 3e lijn en revalidatie

De werkgroep is een gesprekspartner voor artsen, voedingsleveranciers en collega’s. De afgelopen jaren zoeken we actief onze collega’s, werkzaam in de kinderrevalidatie, op

In deze workshop nemen we je mee in een kennismaking met de werkgroep, een overzicht van recente activiteiten en willen we graag met je in gesprek gaan over o.a. voor- en nadelen van blended diet, recente ontwikkelingen en praktische gebruikstools. We streven naar vergroten van het netwerk van dietisten die blended diet kunnen begeleiden

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Intervisie, Werkgroep

‘Hoe leg jij metabole disfunctie effectief uit?’ – De metabole gezondheidsboom als gesprekstool

Workshop65Yneke Kootstra, Academie Coaching en Leefstijl

Cambridge 29za 09:50 – 10:30

Het wordt steeds duidelijker dat leefstijl en de juiste voeding dé behandeling zijn bij obesitas en diabetes II [1]. Vaak kan bij diabetes II worden omgekeerd en medicijngebruik worden afgebouwd. Maar er zijn veel meer leefstijlgerelateerde aandoeningen die ontstaan door metabole disfunctie zoals hart- en vaatziekten, obesitas, de ziekte van Parkinson, PCOS tot migraine, angsten en depressie [2, 3, 4, 5].

Om die reden is het kunnen uitleggen van metabole disfunctie een effectieve manier om de patiënt het nut van een voedings- of leefstijlinterventie over te brengen.

In deze workshop wordt niet alleen het relatief nieuwe begrip metabole disfunctie uitgelegd in relatie tot het ontstaan van veel verschillende aandoeningen, fysiek en mentaal. Maar ook de manier om dit effectief en eenvoudig uit te leggen aan patiënten met een eenvoudige gesprekstool. Daarnaast komt aan bod hoe je de uitleg samen met de patiënt om kunt zetten in eenvoudige en effectieve eerste stappen die kunnen leiden tot langdurige gedragsverandering met hulp van jou als diëtist.

2. Gezond leven en preventie
Gesprekstool, Metabole disfunctie

Vrouwengezondheid en oestroboloom: kennis en ervaring van Nederlandse gezondheidsprofessionals

Onderzoekspresentatie215Lidwien Franke, Yakult | Science for Health

Cambridge 30za 09:50 – 10:30

Uit literatuuronderzoek blijkt dat er een bi-directionele invloed is tussen het microbioom en de hormooncyclus van vrouwen [1-3]. Deze darm-hormoonconnectie en het oestroboloom beïnvloeden de gezondheid van vrouwen tijdens alle levensfasen [1,2].Via een vragenlijst onder 228 zorgprofessionals (diëtisten, gewichtsconsulenten en leefstijlcoaches) is inzicht verkregen over hun kennis, ervaring en informatiebehoefte over vrouwengezondheid [3].

In marktonderzoek onder 1079 vrouwen is gevraagd naar hun kennis en ervaring met de darm-hormoonconnectie en cyclus-afhankelijke darmproblemen [4].Hormoonschommelingen beïnvloeden de diversiteit van de darmmicrobiota bijvoorbeeld tijdens de menopauze en de menstruatiecyclus [1-3]. Uit de vragenlijst onder gezondheidsprofessionals blijkt dat ze regelmatig vrouwspecifieke problemen tegenkomen in hun praktijk. Tegelijk is bekendheid met de darm-hormoonconnectie en het oestroboloom matig (resp. 48% en 8%). Maar liefst 99,6% van de respondenten zegt behoefte te hebben aan meer informatie [3].Uit het onderzoek met vrouwen bleek dat zo’n 50% merkt dat de hormooncyclus hun darmproblemen beïnvloedt. Meer dan de helft zou hierover graag meer willen weten [4].Take home:

– De darm-hormoon-as en het oestroboloom spelen een belangrijke rol in de gezondheid van vrouwen.- zorgprofessionals hebben dagelijks te maken met vrouwspecifieke gezondheidskwesties- Zowel de vrouwen uit het marktonderzoek en de gezondheidsprofessionals hebben behoefte aan meer (praktische) informatie.

2. Gezond leven en preventie
Darmgezondheid, Oestroboloom, Vrouwengezondheid

PAS OP MET WIJZE RAAD motiverende gespreksvoering voor diëtisten

Workshop169Chantal Koppens, Hogeschool Arnhem Nijmegen LLO– APS; Catharina Ziekenhuis, Eindhoven, Nederland

Cambridge 31za 09:50 – 10:30

-inleiding aan de hand van mijn wijsheid-tegeltje ‘pas op met wijze raad’ 😉

-we bespreken wat we in onze spreekkamers terugzien: cliënten gaan niet aan de slag met inhoudelijk goed advies en hebben het niet in de praktijk gebracht. Vanuit hier een bruggetje maken naar het begrip ambivalentie: wat is het en op welke manier speelt het een rol in onze gesprekken.

-interactieve oefening waarin deelnemers aan den lijve ondervinden hoe ambivalentie voelt en merken hoe de reactie vanjou als hulpverlener invloed kan hebben op deze ambivalentie. We bespreken met elkaar hoe je in MGV stijl ambivalentie kan verkennen samen met de client, zodat zijn bereidheid tot veranderen versterkt zou kunnen worden.

-afronding: wat haal jij uit deze workshop -> met gelegenheid om die wijsheid op een eigen ‘tegeltje’ in te vullen en mee te nemen!

2. Gezond leven en preventie
MGV, motivational interviewing, motiverende gespreksvoering

Een nieuwe blik op ondervoeding bij overgewicht en obesitas: Wat leren we van SCOOP en hoe nu verder

Workshop173Barbara van der Meij, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; Carliene van Dronkelaar, AmsterdamUMC

Erasmus 1za 09:50 – 10:30

Thema en doel

Ondervoeding bij mensen met overgewicht of obesitas wordt vaak niet herkend. Bestaande screeningstools richten zich vooral op ondergewicht, terwijl het effect van 5–10% gewichtsverlies bij deze doelgroep onduidelijk is. Het SCOOP-project ontwikkelde een werkdiagnose en screeningsinstrument voor ondervoeding bij personen met een BMI >25 kg/m². In deze workshop delen we de belangrijkste resultaten en bespreken we hoe deze toepasbaar zijn in de praktijk.Relevantie

Met ruim 50% van de Nederlandse bevolking met overgewicht of obesitas is een aangepaste aanpak voor het signaleren van ondervoeding essentieel.AanpakDeel 1: Presentatie van de meest relevante SCOOP-resultaten.Deel 2: In gesprek met elkaar d.m.v. een interactieve werkvormen over de volgende vragen:Wat hebben diëtisten nodig om de resultaten van SCOOP toe te passen in hun praktijk?Hoe kunnen we beter screenen op ondervoeding bij obesitas?Welke barrières en kansen ervaren diëtisten?Welke diagnostische tools en metingen worden al gebruikt?Welke afkappunten zijn bruikbaar in de praktijk?Deel 3: Iedere deelnemer formuleert een concrete actie voor de eigen praktijk.Deel 4: Afsluiting met conclusies en vooruitblik op vervolgacties binnen SCOOP.

1. Passende zorg
Obesitas, Ondervoeding

Onbegrepen buikklachten: Wat als niets helpt?

Praktijkvoorbeeldpresentatie87Jenny Brouns, UMC+ Maastricht

Erasmus 101za 09:50 – 10:30

De afdeling MDL van het MUMC+ heeft een expertisepoli voor Neurogastroenterologie en Motiliteitsproblematiek. Dit spreekuur van de MDL arts richt zich op de werking van het maagdarmstelsel wat betreft transport, motiliteit en waarneming. Het gaat om het vermogen van maag en darmen om op de goede manier te functioneren.

Patiënten kunnen door de huisarts of specialist verwezen worden naar deze poli.

Er wordt gewerkt conform een integrale benadering, naast relevante motiliteitsonderzoeken (dit kan per patiënt verschillen) wordt afhankelijk van de problematiek ook de diëtist, de logopedist, de bekkenfysiotherapeut of de psychiater geconsulteerd.

De patiënt wordt vervolgens besproken in een MDO waarna er een integraal behandeladvies volgt voor de eigen regio.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen motiliteitsproblemen en functionele problemen.

Tijdens de presentatie wil ik graag iets vertellen over:

– Onze werkwijze

– De dieetbehandeling bij motiliteitsproblemen

– De dieetbehandeling bij functionele problemen

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
functionele dyspepsie, gastroparese, neurogastromotiliteit

Jongeren versterken met voeding, weerbaarheid en zelfbeeld: preventie als kern van de diëtetiek

Praktijkvoorbeeldpresentatie95Betül Yilmaz, Ninjabi Lifestyle

Erasmus 103za 09:50 – 10:30

In februari en maart 2025 gaf ik op CSG Bogerman in Sneek een reeks interactieve gastlessen over voeding, zelfbeeld en sociale druk bij pubers. De puberteit is een kritieke periode waarin jongeren lichamelijk en mentaal sterk veranderen, terwijl ze geconfronteerd worden met schoonheidsidealen op social media. Deze druk leidt vaak tot zelfobjectivering, eetproblemen en een negatief lichaamsbeeld (1).De lessen richtten zich op het versterken van jongeren op drie niveaus: kennis over voeding en beweging, omgaan met lichamelijke veranderingen, en mentale weerbaarheid. Thema’s als social media, zelfbeeld, grenzen aangeven en mild zijn voor jezelf kwamen aan bod. Dit sluit aan bij aanbevelingen om gewicht-gerelateerde problemen preventief aan te pakken via educatie die zowel fysieke als mentale gezondheid omvat (2).In de zorg ligt de nadruk nog te vaak op symptoombestrijding. Willen we écht investeren in een gezondere toekomst met lagere zorgkosten, dan moeten we beginnen bij de jeugd. De WHO benadrukt dat mentale gezondheid bij adolescenten bepalend is voor welzijn op lange termijn (3).Een belangrijk vraagstuk is: hoe kunnen we als beroepsgroep structureel betrokken raken bij het onderwijs? En hoe combineren we voedingseducatie met mentale versterking, binnen ons vakgebied?

2. Gezond leven en preventie
Body Image, Jongeren

Dieetbehandelingsrichtlijn Spinale Musculaire Atrofie

Praktijkvoorbeeldpresentatie235José Renken-Terhaerdt, UMC Utrecht/ Wilhelmina Kinderziekenhuis

Erasmus 105za 09:50 – 10:30

Een werkgroep van Diëtisten voor Spierziekten heeft de dieetbehandelingsrichtlijn bij Spinale Musculaire Atrofie (SMA) ontwikkeld. Deze richtlijn biedt voedingsadviezen en handvatten voor zorgprofessionals in de eerste-, tweede- en derdelijnszorg.SMA is een erfelijke spierziekte die in verschillende vormen voorkomt. Afhankelijk van het type SMA kan al bij zeer jonge kinderen behandeling door een diëtist nodig zijn. Bij kinderen met SMA neemt in eerste instantie vaak de aansturing van de spieren in de bovenarmen en – benen af. In een latere fase vermindert ook de aansturing in de onderarmen en -benen. Ook kunnen er problemen met ademhalen, kauwen en/of slikken ontstaan. Bij de dieetbegeleiding wordt er gestreefd naar een gevarieerde en volwaardige voeding, met aandacht voor optimale groei en zo nodig voor kauw- en slikstoornissen en maagdarmstoornissen.De aanleiding voor het ontwikkelen van deze dieetbehandelingsrichtlijn was het streven naar een uniforme dieetbehandeling bij deze patiëntengroep. Omdat er regelmatig sprake is van shared care tussen bijvoorbeeld ziekenhuizen en revalidatiecentra, is een duidelijke, uniforme behandelingsrichtlijn noodzakelijk. Met deze richtlijn wil de werkgroep een bijdrage leveren aan optimale voedingszorg voor mensen met SMA, op het juiste moment, op de juiste plek en door de juiste zorgverlener, zoals aangegeven in het Integraal Zorgakkoord.

1. Passende zorg
dieetbehandelingsrichtlijn, shared care patiëntenzorg, spierziekten bij kinderen

Diëtetiek dossier onder de loep; van registratie naar reflectie

Praktijkvoorbeeldpresentatie182Sytske Runia, Dietetiek UMC Utrecht

Erasmus 107za 09:50 – 10:30

Naast dat dossiervoering verplicht is volgens de WGBO, is gestructureerde verslaglegging van de dagelijkse zorg essentieel voor evidence based en transparant werken. Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van onze dossiervoering hebben we een ‘dietetiek dossier tracer’ ontwikkeld, een methode om de kwaliteit van registratie te toetsen. Een in Zweden ontwikkelde en gevalideerde inhoudelijke Diet-NCP audit is aangepast naar de Nederlandse situatie. We bespreken ontwikkeling, inhoud en resultaten van de dietetiek dossier tracer.

4. Digitalisering en Innovatie
Dossiervoering, Intervisie

Van één op één naar samen aan tafel: nieuwe wegen in de geriatrische voedingszorg in het ziekenhuis.

Praktijkvoorbeeldpresentatie222Josine Thijssen, Rijnstate Ziekenhuis; Cisca Mosselman, Rijnstate Ziekenhuis

Erasmus 109za 09:50 – 10:30

Deel 1: informatie over nieuw voedingsbeleid voor de geriatrische patiënt binnen het RijnstateSinds enkele maanden is er voor de geriatrische patient een nieuw voedingsbeleid ingevoerd, gericht op groepsgerichte/beleidsmatige voedingszorg wat oa bestaat uit geen dietistisch consult meer, voorlichtingen, nieuw voedingsaanbod, brochures, eiwitrijke snack na beweegmoment en standaard verwijzing 1e lijns diëtist bij gebruik drinkvoeding in de kliniek. Inzet van de diëtist alleen bij uitzonderingen. Het effect van het nieuwe beleid zal gemeten worden met een 0 – en nameting. Resultaten volgen nog.Deel 2: interactief en gericht op het delen van ervaringen en het leren van elkaar, met behulp van discussievragen:Wat verstaan we onder passende voedingszorg voor de geriatrische patiënt in de kliniek?Focus op optimale voeding, of is suboptimale voeding acceptabel wanneer kwaliteit van leven vooropstaat?Mag tijd een rol spelen bij bepalen van voedingsbeleid?Leidt minder beschikbare tijd automatisch tot lagere kwaliteit?Wat zijn de voor- en nadelen van individuele versus groepsgerichte voedingszorg in de kliniek?Hoe draagt een betere samenwerking met de eerstelijnszorg bij aan een betere voedingszorg voor geriatrische patiënten?Welke disciplines zouden betrokken moeten zijn bij de voedingszorg, en wat is de rol van ieder van hen?

1. Passende zorg
Geriatrie, voedingsbeleid, Ziekenhuis

Retrospectief dossier onderzoek naar voedingstherapie bij hemato-oncologiepatienten

Onderzoekspresentatie207Maaike Somer, UMC Utrecht

Erasmus 11za 09:50 – 10:30

Patiënten die op afdeling hematologie worden behandeld voor een stamceltransplantatie ervaren veel voedingsgerelateerde klachten, zoals misselijkheid, slikproblemen, diarree en geen eetlust. Het gevolg is onvoldoende voedingsinname en gewichtsverlies (spiermassaverlies) en hoog risico op ondervoeding. Als een adequate orale voedingsinname niet haalbaar is is kunstmatige voeding geïndiceerd. Volgens internationale richtlijnen heeft sondevoeding de voorkeur boven parenterale voeding (TPV). Toch blijkt het aantal ziekenhuizen dat sondevoeding toepast erg laag. Het blijkt dat nog vaak voor TPV gekozen wordt vanwege onervarenheid en angst voor onveiligheid bij het gebruik van sondevoeding. Op de afdeling hematologie in het UMC Utrecht passen we tegenwoordig sondevoeding als eerste keuze toe maar soms wordt ook nog voor TPV gekozen of later overgegaan op TPV. Met dit retrospectief dossieronderzoek hebben we inzicht gekregen in de dieetbehandeling zoals we die de laatste 3 jaar hebben gegeven bij stamceltransplantaties en gekeken of het haalbaar was dit conform de internationale richtlijnen te doen.

1. Passende zorg
hemato-oncologie, parenterale voeding, sondevoeding

Drooglegprotocol bij fistels

Praktijkvoorbeeldpresentatie179Monica Van Poortvliet- van Nieuwkoop, UMCU

Erasmus 5za 09:50 – 10:30

Een darmfistel is een enorme belasting voor patiënt en vraagt uitgebreide multidisciplinaire zorg. Er is sprake van sepsisgevaar, gevaar voor het verslechteren van de voedingstoestand, sprake van intensieve wondzorg en de psychische belasting op de patiënt is groot. Er is weinig evidence voor de behandeling van een darmfistel t.g.v. de lage prevalentie, waarbij ook de oorzaak, locatie, output en het aantal fistels per individu verschilt. Het beleid in andere ziekenhuizen is niet eenduidig en soms is er zelfs geen beleid. In het UMCU was dit ook het geval. Binnen het UMCU is met een multidisciplinair team een protocol ontwikkeld. Tijdens deze presentatie wordt een patiëntencasus doorgenomen om inzicht te geven in: welke disciplines betrokken zijn, de complexiteit van de zorg, impact op de patiënt (wat invloed heeft op therapietrouw van o.a. medicatie/voeding en dus invloed heeft op herstel). Daarnaast wordt het proces van het ontwikkelen van het protocol in het UMCU gepresenteerd en het opgestelde protocol gedeeld. Het doel hiervan is de verbetering van de kwaliteit van zorg in Nederland door het bundelen van kennis en eventueel toekomstig onderzoek.

1. Passende zorg
Fistel(s)

Transmurale behandeling Diabetes Gravidarum, de ontwikkeling van een multidisciplinair protocol

Praktijkvoorbeeldpresentatie144Maartje Cuppen, Dietheek

Erasmus 7za 09:50 – 10:30

Vanuit het streven naar toekomstbestendige zorg, waar mogelijk in de eerste lijn en waar nodig in de tweede lijn, is het transmurale protocol Diabetes Gravidarum in de Gelderse Vallei ontwikkeld.Middels een regionale samenwerking van verloskundigen, gynaecologen, internisten, diabetesverpleegkundigen en diëtisten zijn kansen en valkuilen in kaart gebracht. De samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd, in het protocol, met als doel het organiseren van kwalitatief goede zorg bij Diabetes Gravidarum op de juiste plek.Ik neem je mee in het proces van de transitie en gemaakte ten aanzien van onder andere financiën en behandeling en de inhoud van ons protocol. Ik geef je praktische tips en handvatten voor implementatie in je eigen regio. Dit project was een hele mooie kans om de kracht en mogelijkheden van de eerste lijn te promoten, interdisciplinair samen te werken en bij te dragen aan toekomstbestendige zorg.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Diabetes Gravidarum, transitie, transmuraal protocol

2EAT onderzoek: tools voor gedragsverandering naar meer plantaardige voeding voor 55-plussers

Onderzoekspresentatie242Hanna Zijlstra, Hogeschool van Amsterdam

Erasmus 9za 09:50 – 10:30

Werkvorm: onderzoekspresentatieDe Gezondheidraad adviseert om in 2030 de plantaardige eiwitinname in Nederland te verhogen naar 60% (1). In deze presentatie worden tools voor gedragsverandering naar een meer plantaardige voeding uit de interventie van het wetenschappelijke 2EAT onderzoek gepresenteerd. Vervolgens wordt interactief besproken welke van deze tools ook bruikbaar zijn voor de diëtistische praktijk.Tools uit de 2EAT interventie:De cliënt:inzicht geven in: plantaardige voeding, product combinaties, eetwissels, eiwit en kcal behoefte, etiketten lezen enz.leren de Eetmeter te gebruikeninzicht geven in psychologische aspecten van eetgedrag (2)helpen een positieve mindset te ontwikkelen (2)leren meer zelfwaardering te krijgen (voorwaarde voor zelfmanagement) (3)leren terugval te herkennen en snel de draad weer op te pakken (3)een terugvalpreventie plan laten maken om terugval te verminderen (3)Bespreekpunten:1. Welke van deze tools zijn ook bruikbaar voor de diëtistische praktijk?2. Wat heeft de diëtist verder nodig om cliënten te begeleiding naar een meer plantaardig voedingspatroon?3. Welke ervaringen hebben diëtisten zelf in hun privé leven met meer plantaardig eten? Wat zijn stimulerende en belemmerende factoren?

2. Gezond leven en preventie
55-plussers, Gedragsverandering, Plantaardig eten

11:1011:50 Sessieronde 7

VERVALLEN: Samenwerken in de regio: hoe verbind jij je als diëtist?

Workshop146Miranda Kienhuis, NVD Nederlandse Vereniging van Diëtisten

za 11:10 – 11:50

Samenwerken in de regio: hoe verbind jij je als diëtist?Beschrijving:

Samenwerking met andere zorgprofessionals én onderling als diëtisten (uit alle lijnen en domeinen) wordt steeds belangrijker. In het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA), Versterking Eerste Lijn en de opkomst van Regionale Eerstelijns Samenwerkingsverbanden (RESV’s), is het noodzakelijk dat diëtisten zich actief organiseren in mono- én multidisciplinaire netwerken. Tegelijkertijd ontstaat in wijken steeds meer behoefte aan hechte samenwerking rondom patiëntgroepen.Deze workshop biedt inzicht in lopende regionale initiatieven en vertaalt dit naar de praktijk van de deelnemers. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld verkennen we hoe samenwerking op regionaal en wijkniveau vorm kan krijgen. Daarna gaan deelnemers actief aan de slag met het in kaart brengen van hun eigen samenwerkingsnetwerk, identificeren ze kansen én belemmeringen, en maken ze een eerste actieplan voor hun eigen regio of wijk.Doel van de workshop:

Deelnemers ervaren hoe zij hun positie in het zorgnetwerk kunnen versterken en krijgen concrete handvatten om samenwerking lokaal en regionaal op te bouwen of uit te breiden.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
samenwerken in de regio, versterken positie diëtist

Diabetestechnologie, veranderingen in het werk van de diëtist

Praktijkvoorbeeldpresentatie116Ellen van den Oever, UMCG

Atriumza 11:10 – 11:50

De laatste jaren zijn er veel veranderingen in het werk van de diëtist met patiënten met diabetes mellitus type 1 en 2. Door de ontwikkelingen van scanmethodes voor het meten van de bloedglucose (zoals de FreeStyleLibre) en de opkomst van Hybride Closed Loop systemen zijn de werkzaamheden op de diabetespoli in het Martini Ziekenhuis erg veranderd. Ook werken we meer met apps en thuismonitoring waaronder op onze zwangerenpoli.

We geven graag inzicht in onze huidige manier van werken en delen onze tips graag met collega’s van andere ziekenhuizen en de collega’s in de 1e lijn.

Het idee is een interactieve workshop waarbij we aan de hand van de werkzaamheden in de praktijk onze kennis delen.

4. Digitalisering en Innovatie
Diabetes mellitus type 1/2, Freestyle Libre, Hybride Closed Loop systemen

Screenen op risico op ondervoeding; wat is dat eigenlijk?

Onderzoekspresentatie85Martine Sealy, Hanze / Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing; Elke Naumann, HAN University of Applied Sciences; Marian de van der Schueren, HAN University of Applied Sciences; Harriët Jager-Wittenaar, Hanze / Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing

Boston 13za 11:10 – 11:50

Achtergrond en probleemstellingIn 2019 zijn de GLIM criteria voor diagnostiek van ondervoeding gepresenteerd door het Global Leadership Initiative on Malnutrition (GLIM). De eerste stap in de GLIM-procedure is het screenen op risico op ondervoeding (1). Maar wat is risico op ondervoeding eigenlijk? Verschillende screeningsinstrumenten leiden tot verschillende prevalentiegetallen van (risico op) ondervoeding (2). Als nieuwe GLIM werkgroep hebben wij daarom een definitie ontwikkeld van risico op ondervoeding en deze geoperationaliseerd (3). Vervolgens geven we aanbevelingen voor screening op risico op ondervoeding.MethodeEr zijn twee gemodificeerde Delphi studies uitgevoerd bestaande uit literatuuronderzoek, focusgroepen en online vragenlijsten, met als doel consensus te bereiken over een definitie van risico op ondervoeding en risicofactoren die hierbij relevant zijn. Deelnemers waren internationale experts en patiëntvertegenwoordigers.ResultatenDe twee gemodificeerde Delphi studies hebben geleid tot een beschrijving van wat we bedoelen met ‘risico op ondervoeding’ en hoe we het nieuwe concept ‘risico op ondervoeding’ willen meten. Tevens is een voorstel gedaan voor hoe screening op risico op ondervoeding er in de toekomst uit zou kunnen zien.

DiscussievragenWat is er nodig om screening op risico op ondervoeding te laten aansluiten bij de huidige praktijk?

1. Passende zorg
GLIM, risico op ondervoeding, screening

De advisering van dranken bij high output ileostoma: praktische, evidence-based adviezen.

Onderzoekspresentatie97Mirjam Holverda, Ziekenhuis Gelderse Vallei; Annemieke Plomp – Baas, Ziekenhuis Gelderse Vallei

Boston 15za 11:10 – 11:50

ORS is de voorkeursdrank bij high output ileostoma. In de praktijk is er behoefte aan evidence-based adviezen over dranken die eventueel hiernaast geadviseerd kunnen worden. De zilte smaak van ORS is soms een probleem 1-2 en ook kosten kunnen voor patiënten bezwaarlijk zijn. Om deze vraag te beantwoorden is literatuur-, praktijk- en laboratoriumonderzoek verricht.Door literatuurstudie is onderzocht op welke manier in de gezonde darm absorptieprocessen van natrium en vocht plaatsvinden en wat de gevolgen zijn van high output ileostoma. Ook is onderzocht welke factoren invloed hebben op de osmolariteit van dranken. Dit leidde tot concrete randvoorwaarden waaraan dranken bij high output ileostoma moeten voldoen.Met een online enquête zijn de adviezen die door behandelaars gegeven worden in kaart gebracht. Door laboratoriumonderzoek (osmometrie) is de osmolariteit van diverse dranken bepaald.De in de praktijk geadviseerde dranken zijn vervolgens vergeleken met resultaten van literatuur- en laboratoriumonderzoek. Hierdoor konden praktische adviezen worden opgesteld voor de advisering van dranken bij high output ileostoma.In de praktijk is er verschil van inzicht over de wenselijkheid van de advisering van dranken anders dan ORS bij deze patiëntgroep. Sommige behandelaars geven aan bijna nooit ORS te adviseren, terwijl anderen juist het gebruik van andere dranken ontmoedigen.

1. Passende zorg
dranken, high output, ileostoma

Amsterdamse kinderen met voedselallergie groeien minder goed dan gemiddeld

Onderzoekspresentatie185Nadine ten Hoope, OLVG

Boston 17za 11:10 – 11:50

Achtergrond:

Groeiachterstand bij kinderen met voedselallergie (VA) wordt regelmatig beschreven (1,2). Groeigegevens van Nederlandse kinderen met VA ontbreken.Vraagstelling:

Hoe is de groei van Amsterdamse kinderen met VA aan de hand van Lengte-voor-Leeftijd (HAZ) en Gewicht-voor-Leeftijd (WAZ) en welke factoren zijn geassocieerd met verminderde groei?Methode:In OLVG werden in 2021/2022 bij 114 kinderen met VA (0,5–18 jaar) lengte en gewicht gemeten en voorspellende variabelen voor groei verzameld. Z-scores werden berekend m.b.v. de Growth Analyser en vergeleken met de Nederlandse groeicurves a.h.v. de one proportion Z test. De associatie met voorspellende factoren werd berekend m.b.v. multivariabele lineaire regressie. Groeicurves van 89 kinderen werden geanalyseerd met lineair mixed models.Resultaten:

Vergeleken met de Nederlandse groeicurves:Stunting (HAZ < -2) kwam voor bij 6,1% van de kinderen (verwacht: 2,5%; p = 0,03).HAZ en WAZ < -1 kwamen respectievelijk voor bij 28,1% en 29,2% (verwacht: 15,9%; p < 0,01).Astma en niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie waren geassocieerd met lagere WAZ-scores.De lengtegroei (HAZ) boog af vanaf 5–11 maanden en stabiliseerde rond de leeftijd van drie jaar.Conclusie:Slechte groei komt significant vaker voor bij Nederlandse kinderen met VA, vooral bij astma en niet-IgE-gemedieerde koemelkallergie. Vroege signalering en gerichte voedingszorg zijn essentieel.

1. Passende zorg
groei, kinderen, voedselallergie

Arfid bij kinderen en jongeren; wat te doen en wat te laten?

Praktijkvoorbeeldpresentatie47Ankie Saaltink, Aan Tafel praktijk voor kinderdiëtetiek

Boston 19za 11:10 – 11:50

ARFID is een eetstoornis die wordt gekenmerkt door vermijdend / selectief eetgedrag.Dit kan veroorzaakt worden door gebrek aan interesse in eten, sensorische (over)gevoeligheid, angst voor nadelige gevolgen van eten(al of niet na trauma zoals verslikken) of een combinatie van deze.Pas in 2019 is ARFID opgenomen en beschreven in DSM-5.Daarmee is het een relatief nieuwe/onbekende eetstoornis, waarvan diagnostiek en behandeling nog volop in ontwikkeling zijn.Als eerstelijns kinderdiëtist richt ik mij op kinderen die eten moeilijk vinden. Vanuit die invalshoek zie ik veel kinderen die selectief of heel weinig eten.Het doel van de behandeling is tweeledig: ik probeer te komen tot een min of meer volwaardige intake en ik probeer het kind uit te nodigen om het assortiment van te eten voedingsmiddelen te vergroten.Daarbij loop ik aan tegen de grenzen van mijn expertise/ons vakgebied.Als een kind met mijn hulp onvoldoende tot eten komt, met wie werk ik dan het beste samen? Een pedagoog? Een psycholoog? Een autisme-coach? Of nog iemand anders?En waar vind ik die dan?Hoe gaan andere diëtisten hiermee om?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
ARFID, kind, psychiatrie

Passende zorg in de praktijk: aan de slag met de nieuwe toolbox voor diëtisten

Workshop195Annemieke van de Riet, Wageningen University & Research; Jacqueline Langius, De Haagse Hogeschool, opleiding Voeding en Diëtetiek, Healthpoint; Isa de Roo, Nederlandse Vereniging van Diëtisten

Cambridge 23za 11:10 – 11:50

Hoe kun je als diëtist (digitale) tools inzetten om zorg beter af te stemmen op de behoeften van cliënten met obesitas? In deze interactieve workshop maak je kennis met nieuw ontwikkelde digitale toolbox boordevol praktische handvatten voor persoonsgerichte dieetbehandeling. De toolbox is ontwikkeld in co-creatie met diëtisten en cliënten binnen het onderzoeksproject Dietetics, building the future.De toolbox bevat meer dan 100 hulpmiddelen, waaronder vragenlijsten, voedingsinformatie, opdrachten ter ondersteuning van gedragsverandering, apps, podcasts en voorbeelddagmenu’s. Er is specifiek aandacht voor cliënten met beperkte gezondheidsvaardigheden, laaggeletterdheid of een migratieachtergrond. Hiermee helpt de toolbox diëtisten om zorg te bieden die beter aansluit bij het niveau, de voorkeuren en de leefwereld van de individuele cliënt.Na een korte introductie over de achtergrond en ontwikkeling van de toolbox ga je zelf aan de slag met het werken met de toolbox. Dit doen we aan de hand van casussen van cliënten met verschillende kenmerken en hulpvragen. Je verkent welke onderdelen van de toolbox je zou inzetten en bespreekt de keuzes met collega’s. Aan het eind van de workshop wisselen we ervaringen uit.Deze interactieve sessie laat zien hoe je op een nieuwe manier kunt werken aan passende zorg.

4. Digitalisering en Innovatie
Obesitas, Patiëntgerichte zorg, Toolbox

Monodisciplinaire samenwerking vanuit vertrouwen.

Workshop128Herma ten Have, Careyn; Marleen de Bruin, UMC Utrecht afdeling Dietetiek

Cambridge 25za 11:10 – 11:50

Al ruim 20 jaar wordt in de regio Utrecht door diëtisten vanuit alle zorg werkvelden nauw samengewerkt in TODU. Gedurende deze jaren komt telkens naar voren dat elkaar vinden, elkaar kennen en elkaar vertrouwen de belangrijkste factoren voor succesvolle samenwerking zijn. In deze workshop delen we onze ervaringen en de lessen die we geleerd hebben. Collega’s die in monodisciplinaire netwerken samenwerken of willen gaan samenwerken kunnen dit vertalen naar hun eigen situatie. We delen daarnaast praktisch een manier waarop wij aan het verbeteren van deze factoren hebben gewerkt.

De deelnemers in gemixte groepjes collega’s vanuit verschillende werkvelden aan de slag met een prikkelend praktijkvoorbeeld. Ze bespreken aan de hand van stellingen met elkaar hoe zij dit doorgaans aanpakken en wat daarin mogelijk de verschillen zijn tussen de werkvelden. We bespreken dit na en we gaan daarbij in op: in hoeverre kennen we elkaar en weten we wat de ander doet, wat zijn bestaande onderlinge percepties en hoe open communiceren we. Daarnaast is aandacht voor hoe dit verder te gebruiken is in het eigen netwerk.

In deze workshop zal de nadruk vooral liggen op het praktische onderdeel en de nabespreking.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Elkaar kennen, Elkaar vertrouwen

Positief lichaamsbeeld bij overgewicht, obesitas en lipoedeem – een holistische benadering

Workshop89Bea Koet, Expertisecentrum voor Lymfovasculaire Geneeskunde – Nij Smellinghe

Cambridge 29za 11:10 – 11:50

Voor diëtisten is het essentieel om aandacht te hebben voor het lichaamsbeeld van cliënten met lipoedeem en obesitas. Lipoedeem gaat niet alleen over fysieke klachten zoals pijn en vetophopingen, maar raakt ook diep het zelfbeeld en zelfvertrouwen1. Veel cliënten worstelen met schaamte, stigmatisering, frustratie en een negatief lichaamsbeeld, wat het behandelproces en gedragsverandering ernstig kan belemmeren.In deze inspirerende workshop leer je hoe je als diëtist op een empathische en holistische manier kunt bijdragen aan een positiever lichaamsbeeld. We verkennen de impact van lichaamsbeeld op motivatie, zelfzorg en duurzame gedragsverandering. We laten zien hoe zelfzorg, zelfcompassie, mindfulness, meditatie en yoga krachtige hulpmiddelen zijn om cliënten te begeleiden naar meer acceptatie en verbinding met hun lichaam2.Ervaar zelf hoe deze benaderingen kunnen bijdragen aan veerkracht, innerlijke rust en een duurzame relatie met voeding en het lichaam. Geef je behandeling meer diepgang en ondersteun cliënten niet alleen met voedingsadviezen, maar ook met mentale en emotionele ondersteuning.

Deze workshop biedt praktische tools en persoonlijke ervaring om jouw begeleiding te verdiepen. Zo kun je cliënten met lipoedeem én obesitas niet alleen fysiek, maar ook mentaal en emotioneel sterker maken.Gun jezelf én je cliënten deze verdiepende blik – schrijf je in voor deze workshop!

2. Gezond leven en preventie
holistisch, Lichaamsbeeld, Lipoedeem

Preventie Voedselallergie 2.0: Avoid avoidance!

Praktijkvoorbeeldpresentatie188Olga Benjamin, Noordwest Ziekenhuisgroep; Pascalle Andela, Reinier de Graaf Gasthuis

Cambridge 30za 11:10 – 11:50

In 2015 kwam de LEAP studie met een paradigma in de allergologie; vroeger introduceren is beter ter voorkoming van voedselallergie en zo veranderde de Nederlandse kinderallergologie, met een nieuw NVK standpunt en introductieschema’s. Waar staan we nu?

Afgelopen jaar zijn een aantal internationale artikelen verschenen n.a.v de Nederlandse PeanutNL cohortstudie o.l.v. kinderarts-allergoloog Dirk Verhoeven, die in mei 2025 zijn proefschrift succesvol verdedigde. Aan deze multicenter studie werkten kinderdiëtisten en DAVO/NKD leden Pascalle Andela en Olga Benjamin intensief mee.

Met de Taskforce preventie voedselallergie en DAVO werkgroep preventie ontwikkelden zij dit jaar nieuwe materialen en nemen zij jullie mee in een update: van pinda en noten, naar ei en ook koemelk: Avoid avoidance!

2. Gezond leven en preventie
melkladder, preventie, voedselallergie

Van pizza tot patiëntgegevens – digitale zorg in begrijpelijke taal

Workshop157Mi Sun van der Mannen, Nederlandse Vereniging van Diëtisten

Cambridge 31za 11:10 – 11:50

Digitale zorg voelt voor veel zorgverleners abstract, terwijl we in de praktijk dagelijks met digitale keuzes te maken hebben. In deze workshop gebruiken we het maken van een pizza als metafoor om digitalisering te verhelderen. Aan de hand van een luchtige, interactieve opdracht reconstrueren deelnemers in groepjes het proces van een pizza bakken. Daarna volgt de twist: de oven is kapot, de saus is zoek, of iemand bedoelt iets anders met ‘kaas’. Deze dilemma’s vertalen we samen naar de praktijk van digitale zorg: infrastructuur die ontbreekt, semantische verwarring, ontbreken van standaarden. Deelnemers ervaren wat nodig is om digitale zorg goed in te zetten. Projecten zoals GUPZ, softwaretoetsing en Eenheid van Taal komen kort aan bod als de ‘achterkant van de puzzel’. Je krijgt een kijkje in de digitale keuken van de NVD – want zonder oven en recept, kun je geen pizza rondbrengen. De koerier kan pas rijden als de basis op orde is.

4. Digitalisering en Innovatie
Digitale zorg, Eenheid van taal, Gegevensuitwisseling

Is jouw spreekuur een veilige plek voor LHBTQIA+ers?

Workshop205Glynis van der Windt, MIX Diëtisten

Erasmus 1za 11:10 – 11:50

Tijdens de workshop krijg je een korte inleiding in de transgenderzorg en maatschappelijke relevantie van de diëtist voor de LHBTQIA+ gemeenschap. Want waarom moet jij je als dietist hier mee bezig houden?We brengen samen de huidige situatie in kaart: Wat doe jij nu al om te laten weten dat je een veilige plek biedt voor deze cliënten?Daarna gaan we interactief aan de slag met genderinclusief en LHBTQIA+ vriendelijk werken: we bespreken waar verschillende stromingen binnen de LHBTQIA+ mee te maken hebben. Bijvoorbeeld: welke vragen stel je (en welke niet) in je dieetbegeleiding bij transgender personen?Je krijgt praktische handvatten hoe je jouw praktijk en/of spreekuur genderinclusief kunt inrichten.Tot slot gaan we in gesprek: Wat zijn de huidige knelpunten die diëtisten ervaren bij het werken met deze doelgroep? Wat is er al bekend en waar is nog onderzoek naar nodig? Ook is er ruimte voor vragen van deelnemers.

1. Passende zorg
genderdiversiteit, inclusiviteit, transgenderzorg

Het effect van het darmmicrobioom op insulinegevoeligheid en inflammatie

Praktijkvoorbeeldpresentatie49Iris Rijnaarts-Modder, WholeFiber Holding BV

Erasmus 101za 11:10 – 11:50

Relevantie: het aantal mensen met leefstijl-gerelateerde gezondheidsproblemen zoals obstipatie, obesitas, diabetes type 2, (darm)kanker en inflammatoire darmziekten groeit steeds harder. Insulineresistentie en (laaggradige) inflammatie is onderdeel van de pathofysiologie van deze ziekten. Het darmmicrobioom speelt hierin een essentiële rol door deze processen te beïnvloeden.Toelichting: Butyraat is een belangrijke signaalstof die op verschillende manieren insulineresistentie en inflammatie beïnvloedt. Butyraat ontstaat door fermentatie van (prebiotische) vezels waarbij korte ketenvetzuren zoals butyraat vrijkomen. Dit gebeurt vooral wanneer intrinsieke vezels de distale darm bereiken en daar gefermenteerd worden. Intrinsieke vezels zijn vezels die niet of minimaal bewerkt zijn en nog in de originele plantencelstructuur zitten. In deze presentatie worden deze concepten en wetenschappelijk onderzoek erachter uitgelegd.Dillema’s praktijk/kenmerken innovatie: Kleine veranderingen in het dieet zorgen niet voor een grote impact op het darmmicrobioom en korte ketenvetzuur-productie. Het is moeilijk om de vezelaanbeveling te halen. Praktische oplossingen zijn nodig voor het eten van meer vezels en beïnvloeden butyraat-productie in de distale darm. Als voorbeeld wordt gedroogde witlofwortel gegeven, een prebiotische, intrinsieke vezel die distaal gefermenteerd wordt en een grote impact heeft op darmmicrobioom, butyraat-productie, stoelgang en insulinegevoeligheid.

2. Gezond leven en preventie
darmmicrobioom, insulineresistentie, prebiotische vezels

Behandeling van metabole leverziekten met leefstijl

Praktijkvoorbeeldpresentatie236Ellen Govers, Kenniscentrum Diëtisten Overgewicht en Obesitas (KDOO)

Erasmus 103za 11:10 – 11:50

De prevalentie van Metabole-disfunctie geAssocieerde Steatotische Leverziekte (MASLD), voorheen bekend als niet-alcoholische leververvetting of wel Non Alcoholic Fatty Liver Disease (NAFLD) stijgt wereldwijd. In Nederland bedraagt deze 22-25% en dit loopt op tot 50-60% in risicogroepen, met name patiënten met overgewicht/obesitas, metabool syndroom en diabetes mellitus type 2 [1,2]. De diagnose kan worden gesteld door een risico analyse (overgewicht/obesitas, metabool syndroom, DM2, leeftijd) gecombineerd met de FIB-4 score [2].De behandeling bestaat voor alle patiënten met MASLD/MASH (ook zonder obesitas) uit een intensief leefstijlprogramma dat als doel heeft: minstens 7-10% gewichtsverlies, vermindering van steatose en insuline-resistentie. Dit leefstijlprogramma (zoals een gecombineerde leefstijlinterventie) dient te bestaan uit:een onbewerkt (mediterraan en koolhydraatbeperkt) dieet; onverzadigd vet in plaats van verzadigd vet; vezelrijk [3];beperking van toegevoegde suikers en met name fructose;toename van lichaamsbeweging conform de beweegnorm;alcoholconsumptie sterk afraden [2].Daarnaast zal de rol van medicatie [4] en effect van fecale transplantatie van microbiota worden besproken [5].Na de inleiding bespreken we in de casus de dilemma’s die optreden bij het verlagen van de koolhydraatinname en bij het laten staan van alcoholische dranken. Hierbij komen de gedragsmatige kanten van de dieetbehandeling aan de orde.

1. Passende zorg
Leefstijl, MASLD, Obesitas

Samenwerken sportdiëtist en fitnessprofessional: 1 + 1 = 3

Praktijkvoorbeeldpresentatie220Anneke Palsma, Palsma Sportvoedingsadviesbureau

Erasmus 105za 11:10 – 11:50

Fitnessprofessionals werken mee aan de GLI en fitness is ook vaker een onderdeel bij (p)rehabilitatie bij grote operaties en behandelingen voor kanker, bij ziekten als reuma, hart- en vaatziekten en diabetes. Dat leidt er echter ook toe dat zij vragen (kunnen) krijgen over sportspecifieke voeding van klanten met een van deze ziekten. Gezien hun beroepsprofiel missen zij hiervoor de competenties, maar het is voor hen verleidelijk om zelf voedingsadviezen te geven.

De (sport)diëtist kan dit hiaat opvangen. Daarnaast kan nog meer uit de samenwerking worden gehaald als de sportdiëtist de fitnessprofessional helpt om rode vlagsituaties te signaleren zodat er in een behandeling tijdig bijgestuurd/ingegrepen kan worden.Uit een test waarin kennis en vaardigheid over voedingsadviezen werd beoordeeld in een groep van 6 fitnesstrainers en 2 bewegingswetenschappers na het volgen van een korte cursus over voeding en training bleek dat de fitnesstrainers hun kennis en vaardigheden overschatten. Verder bleek dat ze onvoldoende kennis en vaardigheden hebben om rode vlaggen, zoals eetstoornissen, een verhoogd risico op blessures te signaleren.Reden te meer om het cursusmateriaal nog beter op maat te maken zodat fitnessprofessionals en (sport)diëtisten meer van elkaar deskundigheid kunnen profiteren. En het uiteindelijke doel: betere zorg voor patiënten in medische fitnesstrajecten.

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
cursus, fitness, samenwerken

Dieetbehandeling bij nierstenen. Een praktisch verhaal met link naar de theorie

Praktijkvoorbeeldpresentatie187Angélique van Empel – van den Braak, Bernhoven

Erasmus 107za 11:10 – 11:50

Graag wil ik de dieetbehandeling bij nierstenen op de agenda zetten. November 2024 is de dieetbehandelingsrichtlijn van de DNN herzien [1]. In Bernhoven (Uden) hebben we in maart 2024 een bijeenkomst gehad met urologen en nefrologen om samen af te stemmen hoe we de zorg voor patiënten met nierstenen kunnen verbeteren. De richtlijnen [1, 2] ijn besproken en we hebben een werkwijze opgesteld voor patiënten met recidiverende en bilaterale nierstenen. Sindsdien is het aantal verwijzingen flink toegenomen zowel vanuit de nefrologen als urologen.We zien patiënten in principe een keer met soms nog een telefonische follow-up. We hebben inmiddels veel praktijk ervaring opgedaan en willen dit graag delen middels casuïstiekbespreking. Het is een dankbare groep om te begeleiden. Patiënten zijn gemotiveerd om hun voeding aan te passen om klachten te voorkomen en hebben veel praktische vragen.De vervolgstap die we als ziekenhuis graag willen maken is om deze groep te gaan verwijzen naar collega’s in de eerste lijn.

1. Passende zorg
casus, nierstenen

Houvast bij de eerste hapjes, voeding van diagnose tot herintroductie bij allergische colitis

Praktijkvoorbeeldpresentatie224Sonja van den Ende, Juliana kinderziekenhuis

Erasmus 109za 11:10 – 11:50

Een prachtige, blije baby met bloed bij de ontlasting. Met de verdenking allergische colitis wordt deze zuigeling doorgestuurd naar de diëtist. En dan?

Wat voor dieet moet moeder bij borstvoeding?

En welke zuigelingenvoedingen kun je adviseren?

Hoe en wanneer start je met bijvoeding?

Hoe en wanneer herintroduceer je melk?

We gaan samen kijken hoe we Casper, Arthur en Lexy het beste kunnen helpen. Welke adviezen van een diëtist passen bij de behandeling van allergische colitis?

Aan de hand van de meest recente literatuur en praktijkervaring opgehaald bij leden van de DAVO gaan we samen door de beschikbare informatie heen (Canva). Hierbij is er ruimte om zelf mee te denken en elkaars aanpak te vergelijken (Menti meter).

Op dit moment wordt deze groep kinderen in de verschillende lijnen (1ste, 2de) gezien, zijn de adviezen op elkaar afgestemd? In welke lijn kunnen deze kinderen het beste behandeld worden?

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
Allergische colitis, Allergische proctocolitis, FPIAP

Leefstijlinterventie bij patiënten met EPA: samenwerken, meten en onderzoeken

Praktijkvoorbeeldpresentatie59Janneke van Meel, UMC Utrecht

Erasmus 11za 11:10 – 11:50

Patiënten met Ernstige Psychiatrische Aandoeningen (EPA) leven gemiddeld 20 tot 25 jaar korter dan de algemene bevolking (1,2). Naast medicatie en de psychiatrische aandoening zelf, spelen leefstijlproblemen hierbij een grote rol. Binnen het UMC Utrecht ontwikkelden we een interdisciplinaire polikliniek: de Lijf en Leven Eendagsdiagnostiek, waarbij o.a. een diëtist, psychiater, pyscholoog, apotheker en psychomotore therapeut samenwerken met als doel een plan voor duurzame leefstijlverandering.Tijdens deze sessie staat de rol van de diëtist in een interprofessioneel team centraal, met speciale aandacht voor samenwerkingen met minder voor de hand liggende disciplines, zoals een apotheker. We bespreken de dilemma’s die hierbij komen kijken en delen praktische handvatten om effectief samen te werken binnen complexe zorgtrajecten. Ook ontdek je hoe je als diëtist meer uit samenwerking kunt halen: van het opzetten van wetenschappelijk onderzoek tot het aanvragen van subsidie om projecten duurzaam uit te breiden.Een interactieve sessie met praktijkvoorbeelden, dilemma’s en concrete handvatten voor diëtisten die willen samenwerken.

2. Gezond leven en preventie
Interdisciplinair samenwerken, Leefstijl

Kom van die stoel af! Workshop werken met matjes op de vloer om clienten tot inzichten te laten komen

Workshop62Sara van Grootel, Emotie-eten de baas

Erasmus 3za 11:10 – 11:50

Thema: Als dietist zijn we vaak in gesprek met client, vanachter een bureau. En hoewel we weten dat cliënten meer onthouden als informatie op verschillende manieren wordt aangeboden, bijvoorbeeld zowel auditief als visueel, vergeten we de kracht van ervaren vaak. Bij Emotie-eten de baas maken we gebruik van ervaringsgerichte oefeningen.Doel en praktische relevantie: Hiermee krijgen cliënten de kans om situaties anders te ervaren, nieuwe inzichten op te doen of meer bij het gevoel te komen. Onze oefeningen helpen cliënten om ingesleten patronen te doorbreken, uit het jojo-en te komen en stappen te zetten richting blijvende gedragsverandering en een betere gezondheid.Aanpak workshop: In deze workshop laten we je graag kennismaken met een tweetal van deze oefeningen, m.b.v. matjes op de vloer, het alles-of-niets patroon en het OVK-model. Plenair zullen de oefeningen voorgedaan worden. We nodigen je uit clientervaringen in te brengen, en zelf mee te doen met de oefeningen. En we hopen je hiermee enthousiast te krijgen om ook op jouw werkplek vaker achter het bureau vandaan te komen en je client uit te nodigen voor een oefening op de matjes.

1. Passende zorg
coachen, ervaringsgericht

Werken als vrijwillig dietist in het buitenland, wat leer je hiervan?

Praktijkvoorbeeldpresentatie48Saskia van Bennekom, Zelfstandig gevestigd dietist

Erasmus 5za 11:10 – 11:50

Sinds 2014 werk ik regelmatig als vrijwillig diëtist in het buitenland. Inmiddels heb ik ervaring in Ghana, Laos, Cambodja en Vietnam in verschillende gezondheidszorg instellingen in de 1e, 2e en 3e lijn. Ik vind het erg leuk om een land op een heel andere manier te ervaren dan als toerist. Je maakt voor een korte tijd onderdeel uit van een organisatie en samenleving en leert de organisatie van de gezondheidszorg kennen. Tijdens de diëtistendagen wil ik graag een presentatie houden over mijn ervaringen en ingaan op de volgende onderwerpen:Een overzicht van de plaatsen en organisaties waar ik ben geweest met achtergrond informatie over de gezondheidszorgInformatie over de voedingsgewoontes van de verschillende landen met de daarbij behorende voedingsproblemenHoe ziet de voedingszorg en de dietistische zorg er uit op de verschillende plekkenWat heb ik geleerd van de collega’s waar ik mee heb samengewerkt en wat hebben zij van mij geleerdTips en adviezen voor collega’s die hier belangstelling hebben voor werken in het buitenland

3. Interprofessionele samenwerking en substitutie
buitenland, kennis delen, uitdaging

Keep calm and teach-back

Onderzoekspresentatie50Linda Hover, Maastricht UMC+

Erasmus 7za 11:10 – 11:50

Driekwart van de zorgverleners ervaart communicatieproblemen met patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden, wat leidt tot misverstanden en therapietrouwproblemen. Beperkte gezondheidsvaardigheden worden geassocieerd met slechtere uitkomsten in gezondheid. De terugvraagmethode is een evidence-based methode om patiëntbetrokkenheid en therapietrouw te verbeteren. De zorgverlener vraagt de patiënt om in eigen woorden uit te leggen wat ze moeten weten of doen, waarna de boodschap kan worden bijgesteld of aangevuld en waarmee wordt bevestigd dat de informatie goed is overgekomen. Dit mixed-method implementatieonderzoek in het MUMC+ onderzocht de toepassing van de terugvraagmethode bij logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten. De onderzoeksvraag luidde: Wat is een passende implementatiestrategie voor het implementeren van de terugvraagmethode voor logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten werkzaam in het MUMC+? Conclusie: De belangrijkste barrières waren tijdsdruk, gebrek aan routine, angst voor betutteling, onzekerheid over de formulering en het omgaan met onbegrip. Faciliterende factoren waren de verantwoordelijkheid van paramedici om te controleren of de boodschap goed overkwam en de verwachting van betere behandelresultaten. Patiënten reageerden positief. Een brede aanpak met gerichte training en ondersteuning is nodig om de terugvraagmethode effectief te implementeren. Discussievragen: Hoe zorgen we voor een cultuur van persoonsgerichte zorg, met de terugvraagmethode als universele werkwijze? Hoe kan de effectiviteit van de terugvraagmethode worden gemeten?

2. Gezond leven en preventie
gezondheidsvaardigheden, implementatie, terugvraagmethode

DietLines – Databank voor evidence-based verbetering van voedingszorg​

Praktijkvoorbeeldpresentatie129Anne Steunenberg, UMCG; Iris van Vliet, UMCG

Erasmus 9za 11:10 – 11:50

RelevantieDietLines is een databank die routinematig verzamelde voedingsdata uit de klinische zorg beschikbaar maakt voor onderzoek. Het doel is om de voedingstoestand van UMCG-patiënten te evalueren en voeding-gerelateerde problemen in kaart te brengen. Ondervoeding komt vaak voor (31% bij opname) [1] en leidt tot slechter herstel en hogere zorgkosten [2]. DietLines biedt de mogelijkheid om zorgdata te benutten voor wetenschappelijk onderzoek en de voedingszorg gericht en data-gedreven te verbeteren.Toelichting praktijkHet DietLines protocol is goedgekeurd door de METc en de RvB van het UMCG. De populatie bestaat uit patiënten die (poli)klinisch onder behandeling zijn in het UMCG, met de diëtist als medebehandelaar. Het jaarlijkse aantal deelnemers aan wie geïnformeerde toestemming (informed consent) zal worden gevraagd ligt tussen de 1000-1500. De dataverzameling verloopt via het EPD en omvat o.a. medische voorgeschiedenis, socio-demografische gegevens, lichaamsmetingen, dieetbehandeling, laboratoriumbepalingen, functieonderzoek, opnamegegevens, sterfte en doodsoorzaak.Dilemma’s vanuit de praktijkDietLines is voor zover bekend de eerste dieetbehandelingsdatabank in Nederland. Kennis over en bewustzijn van het nut van DietLines is daardoor nog beperkt. Uniformering en correcte EPD registraties zijn noodzakelijk, waarvoor gerichte scholingen zijn ontwikkeld voor een succesvolle implementatie. Daarnaast moet de inrichting van DietLines voor de dataverzameling nog plaatsvinden.

4. Digitalisering en Innovatie
databank, voedingsdata

13:2014:00 Sessieronde 8 – best beoordeelde sessies van zaterdag

De best beoordeelde sessies uit de eerste drie rondes van zaterdag worden in deze sessieronde geprogrammeerd. De indeling wordt kort voor aanvang bekend gemaakt via het programma in de congres-app.